Na het onfortuinlijke gelijkspel tegen BSG moesten we ervoor zorgen dat we niet teveel in de buurt van de degradatiezone zouden komen. Op jacht naar de laatste matchpunten om in ieder geval veilig te zijn moest er worden afgerekend met Rotterdam. Zoals de geschiedenis ons leert, nooit een gemakkelijke opgave. Aangezien Siebrecht was verhinderd, waren we blij Jussupow als invaller in het team te kunnen verwelkomen. Elk jaar speelt hij een paar potjes mee en ook vandaag ging hij tegen Winants voorop in de strijd. In het middenspel werd de kalm ogende stelling extreem complex, maar na zet 40 had Winants dan toch een remise-eindspel weten te bereiken. Toch ging hij daarna hopeloos de mist in en wist Jussupow alsnog de winst naar zich toe te trekken.
De kersverse GM Pruijssers speelde op het tweede bord met wit Italiaans tegen Solleveld. De zwartspeler offerde een pion voor activiteit, wat ervoor zorgde dat Pruijssers niet meer zag hoe hij vooruitgang moest boeken. De remise werd daarna vrij snel getekend.
Van de Oudeweetering mocht op het derde bord tegen Kunin en kwam met zwart best goed uit de opening. Hij wist met gedurfd spel in de semi-Slavisch een mooie stelling op te bouwen, maar maakte toen een vreselijke fout. In gedachten was hij al een zetje verder in zijn berekening, ware het niet dat hij eerst nog even schaak op moest heffen met Kg8-h8. In plaats daarvan wilde hij zijn volgende zet alvast uitvoeren en raakte zijn dame aan. Nu had hij de pech dat zijn dame het schaak ook nog op kon heffen door ertussen te gaan staan... Jammerlijk eind van een goede partij en tevens het begin van de malaise op de middelste borden.
Zaragatski op vier tegen Michiels was een partij zoals we dat van hem gewend zijn. Met wit een rustige opening, stelling pakken en vervolgens een paar uurtjes op je plusje gaan zitten. Nu kwam het plusje er wel, maar helaas voor zwart. Verdedigen leek een ondankbaar taakje en kennelijk ook te moeilijk. Michiels speelt zijn voordeel fraai uit en wint.
Op het vijfde bord speelde Kuipers met zwart tegen die andere Cuijpers, maar dan net even wat anders gespeld. In een anti-Siciliaanse opening was er nooit echt voordeel voor wit, maar mocht deze wel afwikkelen naar een eindspel met een pion meer. Zwart had ruimschoots compensatie en daarmee leek het op een remise af te stevenen. Kuipers raakte hopeloos de draad kwijt en gaf wit de kans het volle punt binnen te slepen.
Op het zesde bord kwam Van Delft tegen Vandevoort in een Chinese Draak terecht. Qua openingskennis zat het wel snor bij Van Delft en al gauw had hij een lekkere stelling bereikt. De term “technisch gewonnen” viel regelmatig in de analyse, maar dan moet je het wel goed spelen. Een overduidelijk gebrek aan draad leidde er toe dat ook Van Delft deze vrij snel kwijt was. Hij gaf de zwarte stukken veel te veel kans en werd overdonderd door het actieve zwarte tegenspel. Niet veel later kon ook hij opgeven.
Op bord zeven kreeg Zwirs met zwart tegen Van de Griendt een Trompowsky voorgeschoteld. Echt voordeel wist geen van beiden te halen en hoe meer stukken er van het bord verdwenen, hoe meer de remise in zicht kwam. Na 33 zetten vonden ze het welletjes en tekenden ze de vrede.
Op bord acht speelde Kabatianski met wit een interessante partij tegen Martens. Zwart probeerde al snel ruimte te pakken door zijn koningsvleugel wat naar voren te gooien en wits sterke loper te ruilen. Kabatianski moest hierdoor even hergroeperen, maar leek dat wel redelijk te doen. Kennelijk waren beide spelers het erover eens dat zwart toch wel minstens een gelijke stelling had bereikt, dus besloten ze er verder niet om te vechten en het punt te delen.
Het negende bord leverde een vertrouwd beeld op, namelijk Rijnaarts met zwart tegen Pel. De twee creatievelingen mochten het, zoals bijna elk seizoen, weer tegen elkaar opnemen. Met Pel achter de witte stukken was het begin wat rustig, maar al snel sloeg de vlam in de pan. Op beide koningsvleugels kwamen er pionnen naar voren en al gauw stonden de koningen flink op de tocht. Voeg daar een tijdnoodfase aan toe en het feest kan beginnen. Toen de witte koningsaanval goed was gepareerd, was het tijd voor zwart om op de koning te gaan jagen. Beide koningen zijn van de g-lijn naar de a-lijn gejaagd, maar de witte koning stond ook daar niet veilig. Mooie partij en een punt voor Rijnaarts.
Op het laatste bord vond misschien wel de vreemdste partij plaats tussen Hachijan met wit en Besseling. In een matig gespeelde Caro-Kann had wit al snel een iets mindere stelling en besloot vervolgens om er maar een stuk tegenaan te gooien. Niemand zag nou precies waarom, maar Hachijan zat zelfverzekerd achter zijn bord. Waar de witte compensatie vandaan moest komen werd al snel duidelijk, maar dat het niet genoeg zou zijn zagen de meeste toeschouwers ook. Zwart verdedigde het in eerste instantie goed, maar bezweek uiteindelijk toch onder de druk. Hij moest zijn dame geven en hield ook helemaal geen stelling meer over; ook voor Hachijan een punt.
Waar er op de hoogste en laagste borden goed werd gescoord, is de wedstrijd verloren op de middelste borden. Een nipte 5,5-4,5 nederlaag waardoor we van een vijfde positie opeens naar de achtste plek zakken. Dat is een plek waar je liever niet wilt staan met nog twee lastige wedstrijden voor de boeg. De laatste twee rondes moeten we nog flink aan de bak om degradatie te ontlopen.
De kersverse GM Pruijssers speelde op het tweede bord met wit Italiaans tegen Solleveld. De zwartspeler offerde een pion voor activiteit, wat ervoor zorgde dat Pruijssers niet meer zag hoe hij vooruitgang moest boeken. De remise werd daarna vrij snel getekend.
Van de Oudeweetering mocht op het derde bord tegen Kunin en kwam met zwart best goed uit de opening. Hij wist met gedurfd spel in de semi-Slavisch een mooie stelling op te bouwen, maar maakte toen een vreselijke fout. In gedachten was hij al een zetje verder in zijn berekening, ware het niet dat hij eerst nog even schaak op moest heffen met Kg8-h8. In plaats daarvan wilde hij zijn volgende zet alvast uitvoeren en raakte zijn dame aan. Nu had hij de pech dat zijn dame het schaak ook nog op kon heffen door ertussen te gaan staan... Jammerlijk eind van een goede partij en tevens het begin van de malaise op de middelste borden.
Zaragatski op vier tegen Michiels was een partij zoals we dat van hem gewend zijn. Met wit een rustige opening, stelling pakken en vervolgens een paar uurtjes op je plusje gaan zitten. Nu kwam het plusje er wel, maar helaas voor zwart. Verdedigen leek een ondankbaar taakje en kennelijk ook te moeilijk. Michiels speelt zijn voordeel fraai uit en wint.
Op het vijfde bord speelde Kuipers met zwart tegen die andere Cuijpers, maar dan net even wat anders gespeld. In een anti-Siciliaanse opening was er nooit echt voordeel voor wit, maar mocht deze wel afwikkelen naar een eindspel met een pion meer. Zwart had ruimschoots compensatie en daarmee leek het op een remise af te stevenen. Kuipers raakte hopeloos de draad kwijt en gaf wit de kans het volle punt binnen te slepen.
Op het zesde bord kwam Van Delft tegen Vandevoort in een Chinese Draak terecht. Qua openingskennis zat het wel snor bij Van Delft en al gauw had hij een lekkere stelling bereikt. De term “technisch gewonnen” viel regelmatig in de analyse, maar dan moet je het wel goed spelen. Een overduidelijk gebrek aan draad leidde er toe dat ook Van Delft deze vrij snel kwijt was. Hij gaf de zwarte stukken veel te veel kans en werd overdonderd door het actieve zwarte tegenspel. Niet veel later kon ook hij opgeven.
Op bord zeven kreeg Zwirs met zwart tegen Van de Griendt een Trompowsky voorgeschoteld. Echt voordeel wist geen van beiden te halen en hoe meer stukken er van het bord verdwenen, hoe meer de remise in zicht kwam. Na 33 zetten vonden ze het welletjes en tekenden ze de vrede.
Op bord acht speelde Kabatianski met wit een interessante partij tegen Martens. Zwart probeerde al snel ruimte te pakken door zijn koningsvleugel wat naar voren te gooien en wits sterke loper te ruilen. Kabatianski moest hierdoor even hergroeperen, maar leek dat wel redelijk te doen. Kennelijk waren beide spelers het erover eens dat zwart toch wel minstens een gelijke stelling had bereikt, dus besloten ze er verder niet om te vechten en het punt te delen.
Het negende bord leverde een vertrouwd beeld op, namelijk Rijnaarts met zwart tegen Pel. De twee creatievelingen mochten het, zoals bijna elk seizoen, weer tegen elkaar opnemen. Met Pel achter de witte stukken was het begin wat rustig, maar al snel sloeg de vlam in de pan. Op beide koningsvleugels kwamen er pionnen naar voren en al gauw stonden de koningen flink op de tocht. Voeg daar een tijdnoodfase aan toe en het feest kan beginnen. Toen de witte koningsaanval goed was gepareerd, was het tijd voor zwart om op de koning te gaan jagen. Beide koningen zijn van de g-lijn naar de a-lijn gejaagd, maar de witte koning stond ook daar niet veilig. Mooie partij en een punt voor Rijnaarts.
Op het laatste bord vond misschien wel de vreemdste partij plaats tussen Hachijan met wit en Besseling. In een matig gespeelde Caro-Kann had wit al snel een iets mindere stelling en besloot vervolgens om er maar een stuk tegenaan te gooien. Niemand zag nou precies waarom, maar Hachijan zat zelfverzekerd achter zijn bord. Waar de witte compensatie vandaan moest komen werd al snel duidelijk, maar dat het niet genoeg zou zijn zagen de meeste toeschouwers ook. Zwart verdedigde het in eerste instantie goed, maar bezweek uiteindelijk toch onder de druk. Hij moest zijn dame geven en hield ook helemaal geen stelling meer over; ook voor Hachijan een punt.
Waar er op de hoogste en laagste borden goed werd gescoord, is de wedstrijd verloren op de middelste borden. Een nipte 5,5-4,5 nederlaag waardoor we van een vijfde positie opeens naar de achtste plek zakken. Dat is een plek waar je liever niet wilt staan met nog twee lastige wedstrijden voor de boeg. De laatste twee rondes moeten we nog flink aan de bak om degradatie te ontlopen.
't Andere verslag
Geen opmerkingen:
Een reactie posten