dinsdag 13 mei 2014

Terug naar de eerste klasse

Nico Zwirs

Nadat we ons de afgelopen drie seizoenen plaatsten voor de Europa Club Cup, hadden we ook dit seizoen weer hoge verwachtingen. In het eerste persbericht van het jaar spraken we zelfs de ambitie uit om voor het kampioenschap te gaan. Het liep echter allemaal net ietsjes anders. Na een nederlaag in de eerste ronde volgde een dikke overwinning in de tweede ronde (de grootste overwinning van het seizoen, helaas krijg je daar geen prijs voor), maar daarna ging het weer snel bergafwaarts. We verloren keer op keer, speelden nog een keer gelijk en moesten vrezen voor degradatie. Voordat de laatste ronde gespeeld was, gingen we al uit van degradatie. BSG, dat één matchpunt boven ons stond, moest tegen de laatste plaats, Dr. Max Euwe, dat puntloos onderaan stond. Daarbij kwam dat de door Robert Ris (BSG) en Frank Kroeze (kopman Dr. Max Euwe) vooruit-gespeelde wedstrijd in het voordeel van Robert was beslist. Wij moesten tegen LSG dat afgelopen jaar gepromoveerd was, nadat zij in het seizoen 2011-2012 afscheid moesten nemen van de Meesterklasse. Toen wonnen wij in de laatste ronde van hun, dus ze konden zich nu revancheren. In verband met het halen van meesternormen was afgesproken dat Sebastian Siebrecht met wit tegen Edwin van Haastert zou spelen en Alexander Kabatianski met zwart tegen Rudy van Wessel.

Als eerste was Alexander Kabatianski klaar, Rudy van Wessel had remise nodig om zijn IM-norm veilig te stellen. Even voor de 20e zet werd er dan ook remise overeengekomen. Verder was er op de andere borden ook al enig teken van strijd te zien. Sebi had een klein plusje na de opening. Roeland speelde zijn geliefde Italiaans tegen Predrag Nikolic, maar daarnaast zat Merijn van Delft die al kort na de opening tegen een verloren stelling aan zat te kijken. In een 6 g3 Taimanov speelde Arthur Pijpers nu net de variant die Merijn die ochtend niet bekeken had. Snel daarna ging Merijn de fout in en moest hij tegen een reus van een vrijpion op d7 aankijken. Sjef speelde op bord 5 tegen Jan Sprenger, de Duitser die al jaren in Nederland speelt. Deze kwam met een Russische verdediging op de proppen. Sjef speelde vrij creatief met zetten als g4, waarna Jan zich genoodzaakt voelde om vrij vroeg remise aan te bieden. Uiteindelijk nam Sjef dit remiseaanbod aan, wat toch niet slecht is, aangezien Jan toch zo’n 2500 elo heeft.

De captain van ons team, Stefan Kuipers, mocht met zwart aantreden tegen Mark van der Werf. Van der Werf bood allemaal pionnetjes aan, in ruil waarvoor hij een enorm initiatief richting de zwarte koning kreeg. Stefan kon ook niet alle pionnen aannemen, omdat het anders te gevaarlijk werd. Uiteindelijk moest hij zijn pion voorsprong teruggeven, waarna er verdedigd moest worden. Op het bord ernaast speelde Nico Zwirs met wit tegen Jan Willem de Jong. Na een paar zetten ontstond er een stelling die beide spelers niet kenden. De Jong gebruikte echter veel meer tijd, wat er toch voor zorgde dat hij onder psychologische druk kwam te staan. Dit mondde uit in een vroeg remiseaanbod, wat afgeslagen werd. Omdat de stelling vrij complex was, probeerde De Jong de stelling te vereenvoudigen, wat wel ten koste ging van zijn stelling. Nico kreeg een klein plusje en kon nog lange tijd proberen er meer van te maken. Arthur van de Oudeweetering kreeg een b3-systeem voorgeschoteld door Michiel Bosman. Arthur gaf het loperpaar, maar in ruil daarvoor kreeg hij het centrum en wat ontwikkelingsvoorsprong. Wit stond alleen solide genoeg om snel een doorgang te vinden en nadat wit zijn ontwikkeling had voltooid, stond hij eigenlijk iets beter.

Op bord 9 speelde onze invaller Thomas Beerdsen tegen Stefan van Blitterswijk. Thomas was een week geleden Nederlands Kampioen t/m 16 jaar geworden en mocht nu laten zien wat dat waard was. In een 6 Tg1 Najdorf kreeg Thomas al gauw het betere van het spel, maar na wat onnauwkeurigheden verwaterde dat voordeel. Op bord 10 mocht Armen aantreden tegen de invaller van LSG, in de persoon van Gerrie Bloothoofd. In een Scheveninger trok Armen snel het initiatief naar zich toe en na een stukoffer van wit leek hij gewonnen te staan. Hij wikkelde af naar een eindspel met een gezonde pion meer, maar gaf wit wel gevaarlijke tegenkansen toen een paard de zwarte stelling in sloop.



Na een uur of drie spelen zag het er niet gunstig voor ons uit. BSG leek zijn wedstrijd te winnen, waarna wij zeker zouden degraderen. Dan kunnen we alleen een sportieve plicht vervullen door LSG te verslaan, maar ook dit zag er somber uit. Merijn had verloren van Arthur Pijpers, Roeland speelde een vrij makkelijke remise, en Stefan had ondertussen een kwaliteit verloren. Na nog een paar verwilderde pogingen om er nog wat van te maken, moest ook hij het bijltje erbij neerleggen. Thomas speelde een rommelige pot, maar haalde daar toch een remise uit. Ook Nico kwam net niet door de verdediging van zijn tegenstander heen, waarna ook zij remise overeenkwamen. Uiteindelijk won Armen wel zijn partij. Hij offerde een pion terug en kreeg een eindspel waarin zijn loperpaar in combinatie met een verre a-pion toch wat sterker was dan het paard en de loper van wit. Die verre vrijpion kostte wit uiteindelijk een stuk, waarna de strijd snel over was. Helaas was het toen ook al duidelijk dat Arthur het niet ging redden tegen Michiel Bosman en verloor ook hij. Sebi speelde nog steeds tegen Van Haastert, maar ook hier kwamen beide heren remise overeen. Van Haastert moest winnen om zijn GM-norm te halen, maar kwam niet in de buurt van winst. Tegenover het witte initiatief bouwde hij wel een gevaarlijke koningsaanval op, die toch vrij gevaarlijk was. Hierdoor gaf Sebi eeuwig schaak, waarna een 6-4 nederlaag een feit was.

Volgend jaar mogen we in de eerste klasse spelen en dan gaan we natuurlijk meteen weer terug promoveren. Het was dus een seizoen met veel dalen, maar toch waren er ook wat lichtpuntjes. De ‘broekies’ uit de basisopstelling scoorden beiden vrij goed. Met allebei een tpr net onder de 2400 lieten Armen en Nico zien dat ze toch goed mee kunnen draaien op dit niveau. Verder speelde niemand echt een topseizoen. Hopelijk kunnen de meesten hun vorm terugvinden volgend seizoen en kunnen we weer terug naar waar we thuishoren!

Dit was dan het laatste verslag van dit seizoen.
Tot volgend jaar!

't Andere verslag | foto's op Facebook | foto's op Google+ | partijen in pgn

zaterdag 10 mei 2014

Hoofdact met voorprogramma

Henk Vinkes

Als je al bijna een maand geleden kampioen bent geworden is het moeilijk je als team weer op te laden voor de laatste ronde. Maar de plicht roept en er was nog een uitdaging voor Freddie om topscorer te worden in deze klasse. Het levert niet meer op dan de eer, maar het staat wel leuk op de palmares als de geschiedenisboeken over 25 jaar weer uit de kast worden gehaald. Het andere euvel dat een laatste ronde gewoonlijk met zich meebrengt is dat de spelers wel klaar zijn met de competitie, en het hogere team heeft dat probleem uiteraard ook. Nu was het voor ons eerste team wel nodig om met tien spelers op de proppen te komen, om zodoende tenminste nog een gedegen kans te hebben om in de Meesterklasse te blijven. Uiteindelijk mocht het niet baten, het uitlenen van Thomas had niet het gewenste resultaat. En mede omdat Erik met een ongemak te maken had, moesten de hulptroepen in de vorm van de teamleider (Me, Myself and I) en Jan den Besten het tweede achttal completeren in deze laatste ronde tegen Oud Zuylen uit Utrecht.

Vol goede moed om ook deze wedstrijd winnend af te sluiten togen we naar een regenachtig Utrecht om later die avond met een redelijk zonnetje huiswaarts te keren. Maar voor die tijd moesten we eerst nog punten scoren, en degenen die als eerste deden waren de twee invallers aan bord 7 en 8. Was het de vorige wedstrijd Freddie die na 12 zetten de winst binnen haalde, nu was het Jan den besten die na 14 zetten al de stukken in de doos kon deponeren. Meestal heeft Jan niet echt grote verwachtingen van zichzelf als hij op een hoger niveau speelt, maar die angst zal nu wel iets weggenomen zijn. Wout van Veen opende met het exotische 1.f4 waar Jan adequaat op reageerde en totaal geen problemen had te verwerken. Wel huppelde zijn paard ogenschijnlijk veel rond in de opening, maar met het opjagen van het zwarte paard verzwakte wit de pion en de diagonaal van e3 en d4. En daar richtte Jan juist zijn pijlen op, wat vrijwel direct resulteerde in een blunder van wit. Stukwinst of een spoedig mat waren de eerste opties, Van Veen koos ervoor om maar niet verder te spelen, binnen het uur stonden we al met 1-0 voor.

Voor de derde keer dit seizoen mocht ikzelf weer achter de stukken plaatsnemen. Na eerder altijd met zwart te hebben gespeeld, deze keer ook maar weer met wit, om zodoende toch een beetje mijn eigen spel te kunnen spelen. En net als in de vorige invalbeurt in Alkmaar ging het nu ook weer naar wens. Nu kwam er een Grünfeld-Indiër op het bord. De afruil die ik speelde op de elfde zet komt maar heel weinig voor, maar ik had er een goed gevoel bij. Zwart moest met een antwoord komen. Daarna volgde een aantal normale zetten en werden er veel stukken afgeruild. Er blijft dan een eindspel over dat er riskant uitziet maar met goed spel wel te verdedigen moet zijn. Het voordeeltje dat ik had was een paard tegen een loper, en dat leek mijns inziens genoeg voor remise. En dat bood ik dan ook op een tactisch moment aan. Wout van Goor nam het aan, maar in de analyse leek het er soms op dat hij toch het iets betere van het spel zou hebben gehad. Is natuurlijk speculeren, de remise stond weer, en het leverde mij voor dit invalseizoen zowaar vier ratingpunten op :-))). Ik wil de teamleden wel op het hart drukken dat we dat het komende seizoen natuurlijk niet zo gaan invullen!

Tot zover dan het voorprogramma van deze twee heren dat een mooie aanloop zou moeten zijn voor het hoofdprogramma. En dat wordt geopend door Maarten Beekhuis, die Jaap van der Tuuk tegenover zich treft. Al snel na de opening waarin veel stukken op de damevleugel worden afgeruild, wint Maarten eenvoudig een pion. En die ziet van der Tuuk niet meer terug. Sterker nog, via blijkbaar simpele combinaties wint Maarten er nog een bij, en later nog een. Kan me niet herinneren dat Maarten zo eenvoudig drie pionnen cadeau krijgt. En als van der Tuuk dan misschien mag rekenen op compensatie voor die pionnen is die snel gereduceerd tot onder het nulpunt. En de dreigingen die er lijken te zijn, worden simpel weerlegd. Een wel erg makkelijke overwinning voor Maarten.

Freddie van der Elburg had misschien ook wel gehoopt op zijn makkelijk potje, maar dat heeft er geen moment ingezeten. Sterker nog, hij moest oppassen om niet nog meer in de problemen te komen dan hij zichzelf al aandeed. Fout is het slaan op a4, waarna wit allerlei vervelende dingen kan doen, en omdat zwart nog niet heeft gerokeerd is het toch iets fijner om met de witte stukken te spelen. Maar op het moment dat Ed van Eeden zou moeten gaan oogsten van wat hij heeft opgebouwd, grijpt hij mis met Dh5. De gewonnen pion kan weer bij de afhaalbalie worden ingeleverd en daarna moet hij zelfs nog vechten voor remise. Nu is het lijntje tussen winst, verlies en remise heel dun, maar er is geen trucje meer in de stelling te construeren. Naar mijn mening gaf Freddie met tegenzin de partij remise, verbolgen over het feit dat hij vroeg in de partij de touwtjes al uit handen gaf, en daarmee tevens de kans om topscorer te worden aan zich voorbij liet gaan.

Het programma van de hoofdact gaat verder bij Henk Eleveld, in een Slavische opening denkt hij een pion te winnen, en voor de nodige onrust te zorgen. Maar de zwarte security denkt daar anders over en slaat terug met een inventieve tegenactie. De verdubbeling van de zwarte torens bezorgt hem de nodige problemen, en in plaats van een voordeel te behalen moet hij alle zeilen bijzetten om zijn paard weer op stal te krijgen. Als dat gelukt is volgt er nog een race naar de damevleugel om alles te neutraliseren. En als ook die missie tot tevredenheid van beide spelers is volbracht, besluiten ze er remise van te maken. Op een bepaald moment wel even spannend, maar het blijft binnen de perken. Langzaam tekent zich de negende overwinning van het seizoen af.

Terwijl Thomas probeerde het eerste team de goede kant op te sturen, mocht Marcel Boel op het eerste bord Marcel van Os bestrijden. De Najdorf variant van het Siciliaans kwam op het bord, en ik neem aan dat het voor beide heren lange tijd via de gebaande wegen ging. Omstreeks de 20e zet lijkt er iets tekening in de strijd te komen als Marcel zijn torens op de c-lijn weet te verdubbelen. Maar de verdediging van Van Os is afdoende en als alle torens van het bord zijn verdwenen blijft er niet veel meer over om voor te vechten. Marcel heeft misschien een klein positioneel voordeel maar niet genoeg voor winst. Remise is de logische uitslag, en daarmee komen we op vier punten wat betekent dat we dit seizoen ongeslagen blijven.

Lange tijd in de partij heeft Mark Brussen moeten vechten tegen een klein nadeel, maar toen de stukken eenmaal stonden zoals ze stonden bleek hij alles goed gekeept te hebben. Als eerste werden de witte stukken weer tot in de eigen linies teruggedreven. Toen dat plan van aanpak zo goed als mogelijk was voltooid, kon hij zelf eens even kijken wat er te halen viel in het witte kamp. En dat bleek best wel het nodige aan houtjes te zijn, maar hij vergat er direct gebruik van te maken. Dat gaf Frans Sanijs de mogelijkheid om de gelederen weer op orde te brengen, maar wel ten koste van een pion. Daarna volgen de nodige schermutselingen waar Mark goed moet oppassen niet weggecombineerd te worden. Daar slaagt hij cum laude in, maar zelf weet hij ook geen beslissing te forceren. Als de meeste stukken geruild zijn rest een eindspel dat wel remise moet worden. Mark lijkt zijn koning op een onveilige plek neer te zetten en hetzelfde denkt Sanijs ook en trekt ten aanval. Wat hij vergeet is dat Mark zijn dame en paard zodanig heeft geposteerd dat door een enorme bok hij direct kan opgeven of zich mat kan laten zetten. Hij kiest voor het laatste. Dat is een meevaller, maar brengt wel de winst binnen. Negen overwinningen, daar mag je mee thuiskomen.

En de laatste partij van dit seizoen is die van Martin. In een Slavische partij kan hij zich rondom de twintigste zet op een klein voordeeltje beroepen. Hij staat twee pionnen voor maar die zullen net zo snel weer geretourneerd (moeten) worden. Maar zoals hij ze teruggeeft is zeker niet de bedoeling, want zijn hele stelling stort in. Met 20…. f6 laat hij een reeks zetten toe waardoor hij moet zien te redden wat er te redden valt, en dat is niet veel bijzonders. Dirk Floor kan de mooiste maar ook de makkelijkste manier uitzoeken om te winnen, maar opeens stokt de machine en krijgt Martin zowaar een tegenkans. Maar de zwarte koning is al zo opgejaagd dat het niet eenvoudig is een sluitende verdediging te vinden. Dirk Floor weet de kwaliteit te winnen en gaat langzaam maar zeker proberen de winst naar zich toe te trekken. Daar slaagt hij op een bepaald moment in, eerst met pionwinst en daardoor heeft hij genoeg voordeel dat Martin inziet dat verdere tegenstand geen zin heeft. Eindstand wordt daardoor 3-5 in ons voordeel.

We mogen het volgende seizoen weer proberen ons te handhaven in de tweede klasse, en ik hoop dat we daar in gaan slagen. Kampioen worden is leuk, maar dan wel in een hogere klasse dan de derde, maar die glazen bol denk ik niet te vinden in 2015.

foto's op Facebook | foto's op Google+ | partijen in pgn