De wedstrijd tegen Haren was al ver vooruit geregeld, en we zouden met een voltallig team naar Groningen kunnen vertrekken om eens lekker tegen de hekkensluiter uit te kunnen halen. De twee matchpunten zouden voor ons zeer welkom zijn, omdat we daarmee veilig zouden zijn in deze moeilijke groep. Het liep allemaal anders.
In het begin van de week mailde de vader van Jasper me dat Jasper al drieeneenhalve week ziek was en niet zou kunnen spelen. Jammer, maar tegen Haren zou dat geen probleem moeten zijn. Jan den Besten was gaarne bereid om in te vallen. Het was me toen wel al duidelijk uit de reacties dat er geen reserves meer waren. Op vrijdagavond kreeg ik eindelijk Wietze te pakken, en hij voelde zich veel te moe om te kunnen spelen. Na enige overredingskracht was hij toch bereid om mee te gaan. Hij zou vroeg gaan slapen om iets aan zijn vermoeidheid te kunnen doen.
We waren op de bewuste zaterdag met zijn allen ruim op tijd in Haren, en konden onder het genot van een lekker bakje koffie even bijpraten met het team. Ik had wat moeten schuiven omdat Wietze niet op bord 1 kon spelen en ik Jan niet direct op 5 wilde laten spelen in plaats van Jasper. Daarna konden we beginnen aan de pot.
Na ruim anderhalf uur had Anton het punt al binnen. Zeer tegen zijn natuur in had hij in een passieve stelling een wanhoopsaanval moeten plannen tegen de vijandelijke koning, omdat hij anders in een slechtere positie zou komen. Die wanhoopsaanval bleek echter goed berekend en sloeg onmiddellijk door. Een goed begin! Later zag ik dat Remco en Wietze ook al klaar waren, en ik hoorde iets van 2-1 als tussenstand. Remco had verloren, maar ik weet niet hoe. Ik had de stelling van Wietze gezien tegen het Boedapester gambiet, en nam aan dat Wietze dat simpel had gewonnen. Pas later zag ik dat ook Wietze had verloren, en de analyse sprak boekdelen. Wietze had het een paar uur goed vol kunnen houden en had daarin een gewonnen stelling opgebouwd. Daarna had de vermoeidheid toegeslagen en had hij de ene blunder na de andere geproduceerd en kon hij snel opgeven. In de tijdnoodfase kon ik zeer fortuinlijk het tweede punt binnenhalen, omdat mijn tegenstander opgaf in hevige tijdnood. Het was redelijk onoverzichtelijk op het bord en ik was er ook van overtuigd dat ik gewonnen stond. Pas thuis zag ik dat er niets aan de hand was voor wit. De stelling was volkomen in evenwicht en zou zonder tijdnood remise zijn geweest. Maar wel 2-2!
Jan speelde een moeizame opening en dreigde in het nadeel te geraken. Op het cruciale moment verslapte zijn tegenstander één zet en Jan kon onmiddellijk het initiatief grijpen. Dat liet hij niet meer los en met vaste hand speelde hij vervolgens zijn tegenstander volledig van het bord. 3-2 voor ons. Op de resterende borden zag het er niet geweldig uit. Henk had een plusje, maar in een stelling die niet eenvoudig te winnen was. René had op zet 3 al een pion geofferd in het Russisch, en zag daar niets voor terug. Hij investeerde steeds meer materiaal voor spel, maar kreeg geen poot meer aan de grond. In feite een kansloze nederlaag. Marc speelde op 1 tegen een sterke speler en moest op een gegeven moment een kwaliteit geven. In een zeer dynamische stelling offerde zijn tegenstander tweemaal terug om een eindspel te krijgen dat eenvoudig te winnen leek. Er zaten nog wat hindernissen in voor hem maar hij wist uiteindelijk toch te winnen. Henk bleef als laatste over en had een eindspel van paard plus 2 pionnen tegen loper plus 1 pion. Hij had de loper op weten te sluiten in een hoek en kon hem buitmaken. Daarna was het simpel uit. Henk zag echter niet dat het simpel uit was en rekende zich suf om een ander winnend plan te bedenken. Er kwamen zelfs al spelers van de tegenstander naar me toe met de vraag of Henk dat misschien expres deed om zijn tegenstander te pesten. Kortom: iedereen zag de winst, behalve Henk. Henk vond echter zijn andere plan en wist uiteindelijk toch de partij te winnen. Daarmee werd het 4-4, en dat voelt aan als een verlies. We hadden hier simpel moeten winnen, maar gezien het wedstrijdverloop hadden we evengoed nog kunnen verliezen.
Het blijft leuk dat schaken, maar soms even niet...
Volgende week rest ons nog de inhaalwedstrijd in het verre Buitenpost tegen De Twee Kastelen. Ook dit wordt een zware pot tegen een goed team, waarbij we mogelijk toch weer met invallers aan de bak moeten. Van de andere kant, tegen sterkere tegenstanders spelen we altijd beter, en dat geeft de burger weer moed. We moeten ook wel, want de ranglijst laat zien dat we nog van alles te vrezen hebben.
In het begin van de week mailde de vader van Jasper me dat Jasper al drieeneenhalve week ziek was en niet zou kunnen spelen. Jammer, maar tegen Haren zou dat geen probleem moeten zijn. Jan den Besten was gaarne bereid om in te vallen. Het was me toen wel al duidelijk uit de reacties dat er geen reserves meer waren. Op vrijdagavond kreeg ik eindelijk Wietze te pakken, en hij voelde zich veel te moe om te kunnen spelen. Na enige overredingskracht was hij toch bereid om mee te gaan. Hij zou vroeg gaan slapen om iets aan zijn vermoeidheid te kunnen doen.
We waren op de bewuste zaterdag met zijn allen ruim op tijd in Haren, en konden onder het genot van een lekker bakje koffie even bijpraten met het team. Ik had wat moeten schuiven omdat Wietze niet op bord 1 kon spelen en ik Jan niet direct op 5 wilde laten spelen in plaats van Jasper. Daarna konden we beginnen aan de pot.
Na ruim anderhalf uur had Anton het punt al binnen. Zeer tegen zijn natuur in had hij in een passieve stelling een wanhoopsaanval moeten plannen tegen de vijandelijke koning, omdat hij anders in een slechtere positie zou komen. Die wanhoopsaanval bleek echter goed berekend en sloeg onmiddellijk door. Een goed begin! Later zag ik dat Remco en Wietze ook al klaar waren, en ik hoorde iets van 2-1 als tussenstand. Remco had verloren, maar ik weet niet hoe. Ik had de stelling van Wietze gezien tegen het Boedapester gambiet, en nam aan dat Wietze dat simpel had gewonnen. Pas later zag ik dat ook Wietze had verloren, en de analyse sprak boekdelen. Wietze had het een paar uur goed vol kunnen houden en had daarin een gewonnen stelling opgebouwd. Daarna had de vermoeidheid toegeslagen en had hij de ene blunder na de andere geproduceerd en kon hij snel opgeven. In de tijdnoodfase kon ik zeer fortuinlijk het tweede punt binnenhalen, omdat mijn tegenstander opgaf in hevige tijdnood. Het was redelijk onoverzichtelijk op het bord en ik was er ook van overtuigd dat ik gewonnen stond. Pas thuis zag ik dat er niets aan de hand was voor wit. De stelling was volkomen in evenwicht en zou zonder tijdnood remise zijn geweest. Maar wel 2-2!
Jan speelde een moeizame opening en dreigde in het nadeel te geraken. Op het cruciale moment verslapte zijn tegenstander één zet en Jan kon onmiddellijk het initiatief grijpen. Dat liet hij niet meer los en met vaste hand speelde hij vervolgens zijn tegenstander volledig van het bord. 3-2 voor ons. Op de resterende borden zag het er niet geweldig uit. Henk had een plusje, maar in een stelling die niet eenvoudig te winnen was. René had op zet 3 al een pion geofferd in het Russisch, en zag daar niets voor terug. Hij investeerde steeds meer materiaal voor spel, maar kreeg geen poot meer aan de grond. In feite een kansloze nederlaag. Marc speelde op 1 tegen een sterke speler en moest op een gegeven moment een kwaliteit geven. In een zeer dynamische stelling offerde zijn tegenstander tweemaal terug om een eindspel te krijgen dat eenvoudig te winnen leek. Er zaten nog wat hindernissen in voor hem maar hij wist uiteindelijk toch te winnen. Henk bleef als laatste over en had een eindspel van paard plus 2 pionnen tegen loper plus 1 pion. Hij had de loper op weten te sluiten in een hoek en kon hem buitmaken. Daarna was het simpel uit. Henk zag echter niet dat het simpel uit was en rekende zich suf om een ander winnend plan te bedenken. Er kwamen zelfs al spelers van de tegenstander naar me toe met de vraag of Henk dat misschien expres deed om zijn tegenstander te pesten. Kortom: iedereen zag de winst, behalve Henk. Henk vond echter zijn andere plan en wist uiteindelijk toch de partij te winnen. Daarmee werd het 4-4, en dat voelt aan als een verlies. We hadden hier simpel moeten winnen, maar gezien het wedstrijdverloop hadden we evengoed nog kunnen verliezen.
Het blijft leuk dat schaken, maar soms even niet...
Volgende week rest ons nog de inhaalwedstrijd in het verre Buitenpost tegen De Twee Kastelen. Ook dit wordt een zware pot tegen een goed team, waarbij we mogelijk toch weer met invallers aan de bak moeten. Van de andere kant, tegen sterkere tegenstanders spelen we altijd beter, en dat geeft de burger weer moed. We moeten ook wel, want de ranglijst laat zien dat we nog van alles te vrezen hebben.
Klasse 3A; Ronde: 6; 2012-02-11 T Haren 1853 - Accres Apeldoorn 3 1941 4-4 1.Ab Faber 2018 - Mark Brussen 2019 1-0 2.Anne Haitsma 1922 - Henk Eleveld 2003 0-1 3.Conrad Mostertman 1927 - Anton Weenink 1846 0-1 4.Paulo Valiente 1847 - René Nijland 1977 1-0 5.Johan Mostertman 1785 - Wietze Nijdam 2054 1-0 6.Andreas Tasma 1804 - Remco Pihlajamaa 1974 1-0 7.Gerard de Wit 1724 - Jan den Besten 1783 0-1 8.Kees Romijn 1797 - Johan Engelen 1869 0-1
Geen opmerkingen:
Een reactie posten