Hadden we kunnen winnen, hadden we kunnen verliezen, is 4-4 een terechte uitslag? Wat moet je als antwoord geven op deze drie vragen. Zeker, we hadden deze belangrijke wedstrijd kunnen winnen, want het scheelt misschien maar één zet die het verschil maakt tussen het verliezen van een partij of op zijn minst een remise of - nog beter - een overwinning. Maar het had ook zomaar kunnen zijn dat we een tik op de neus hadden gekregen. Een mooie aanloop naar deze wedstrijd waarin we bijna alles wonnen wat we moesten winnen, met maar één smetje: de vorige ronde lukte het niet om ook nog Voorschoten aan de zegekar te binden. Dat gelijkspel werd direct door de andere teams met vreugde ontvangen, want de achterstand bleef binnen de perken. Ook wij beseften maar al te goed dat nu de sterkere teams hun opwachting gingen maken. En als eerste team was daar Amersfoort, gebrand tot op het bot om dwars door Apeldoorn heen te rammen (© B. van den Berg), mede omdat wij kort daarvoor dwars door de Amersfoortse KNSB-bekeraspiraties waren geknald. Dus je kunt je indenken dat het tweede team van Accres daar de gevolgen van zou moeten gaan voelen.
We hadden al van tevoren afgesproken dat Beertje (voor vrienden: Hummelbeertje) op het eerste bord mocht aantreden tegen Matthew Sadler en dat hebben we geweten ook... Al het pluche dat Beertje in zich had werd uit zijn lijf getrokken, ritueel verbrand, en dus niet eens meer waardevol om als knuffelbeertje verder door het leven te gaan. Als ik het goed heb begrepen had Thomas ongeveer 1.745 partijen van de Grote Boze Wolf nagespeeld om zodoende te doorgronden hoe hij schaakte. Iedereen begrijpt natuurlijk dat Thomas veel heeft geleerd met schaken, maar dat hij nog veel meer moet leren om niet al op de zevende zet een cruciale fout te maken. Vooral als er een Grandmaster tegenover je zit. Eigenlijk had het niet eens zo snel desastreus hoeven te zijn, maar Thomas banjert met zijn op hol geslagen pion verder richting de zwarte dame. Hij vergeet echter een subtiel dingetje dat zijn loper op e3 geen rugdekking heeft, ai... en daar gaat het pluche armpje van Beertje eraf. Nog even een pin dwars door het lijfje op b2, de pijn wordt ondraaglijk. Matthew voert een zeer pijnlijke exercitie uit en na achttien zetten moet onze Feijenoorder de koning omleggen. Gelukkig krijgt hij daarna genoeg grootmeesterlijke lessen die hij later zeker zal gebruiken voor zijn onverbiddelijke wraak!
Hopelijk zijn we zelf ook wijzer geworden van deze vooraf afgesproken opstelling, en dat we de volgende keer kanonnenvoer tegenover een dergelijke ratingverzamelaar zetten. Maar de pijn van dit verlies was nog niet verdwenen of de volgende pijl werd dwars door ons bloedend hart geschoten. Erik Smit kwam een Bram van den Berg tegen die op ramkoers was. Ik Bram Cremer, en ik alleen ga die partij winnen was het devies van Bram nadat hij zijn eerste zetten had gedaan. En hij trof daarbij een Erik Smit die geen echt plan had om hem van die gedachte af te brengen. Het zou kunnen zijn dat hij kriebels aan zijn neus kreeg van al het pluche dat van het eerste bord afkwam, maar hij had er beter aan gedaan dan maar zijn neus een keer extra te snuiten, in plaats van een te vroege wanhoopsactie. Het stukoffer was in principe nergens op gebaseerd en dat werd hem heel snel duidelijk. Erik kon mee gaan helpen Beertje weer vol te stoppen met zijn pluche, dan konden ze gaan snelschaken! Een harde conclusie als je in de eerste belangrijke wedstrijd zo snel en zo hardhandig op 2-0 achterstand wordt gezet.
Maar een bescheiden blik, misschien op gevoel gebaseerd inzicht, op de overgebleven zes borden gaf mij het gevoel dat het toch nog wel spannend zou kunnen worden! Ik was zo vrij dit gevoel met Bram te delen, die op zijn beurt weer de vrijheid nam te zeggen dat hij dat eigenlijk niet wilde! Begrijpelijk, maar het gevoel werd bewaarheid door hoe de strijd zich verder ontwikkelde. Freddie stond prettig, Maarten stond zeker beter en Nikolai was ook op de goede weg. Ook Marcel begon langzaam maar zeker de druk bij Jochem Aubel op te voeren. Een simpel rekensommetje zegt je dan dat er misschien winst in zit of op zijn minst gelijkspel. Hoewel je dat niet zou zeggen als je zo snel op twee harde nullen wordt getrakteerd.
Als je stelling aan stukken gescheurd wordt wil dat nog niet gelijk zeggen dat je dan maar alles wat daar aan herinnert moet verscheuren. Toch was de frustratie zo groot bij Rene Tonnon dat hij zich niet kon beheersen. Omdat Freddie dit seizoen voornamelijk successen behaalt met zwart, wilde hij nu ook weer de zwarte stukken hanteren. En bij hem geen teken van frustratie te vinden. Mwah, alleen het feit dat hij dan voor de vierde keer het Gesloten Siciliaans op het bord kreeg, maar daar valt mee te leven! Hij was de eerste die mijn gevoel bevestigde dat de spanning dus toch nog terug zou komen. Langzaam maar zeker manoeuvreerde hij zijn stukken naar de juiste velden met hier een daar een dreiging. Wit kon op een bepaald moment de spanning niet meer aan probeerde met d5 iets te forceren, maar dat leidde tot pionverlies. En als de tijd dan ook rol mee begint te spelen ga je zo in de fout. Als een sluipmoordenaar weet Freddie het met een paar gerichte schoten pijnloos af te maken. Logisch dat je baalt als je dan toch zo hard verliest, het duurde een kwartiertje voordat Rene Tonnon dit verwerkt had. Schaken is leuk, maar wel als je aan de goede kant van het bord zit.
Dat was dus de eerste tik die we teruggaven en de volgende kwam er snel achteraan. Maarten Beekhuis speelde een partij waar hij later van zei dat hij nu eens nergens slechter had gestaan en zo was het ook. Peter Reedijk leek op het oog ook veel actiever met zijn stukken, terwijl Maarten alles dicht bij elkaar hield. Het leek erop dat zwart hardhandig kon binnendringen in de witte stelling maar hij kwam daar bedrogen uit. Een penning van een paard die geen penning bleek te zijn en erin resulteerde dat zwart 'uit pure nood' maar een kwal gaf. En daar was Maarten uiteraard zeer blij mee, want dat voordeel werd met de nodige krachtzetten volledig uitgebuit. Toen bleek opeens de enorme kracht van de twee centrumpionnen. Met later een dame minder probeerde Peter Reedijk nog de nodige trucjes met een mat achter de paaltjes, maar Maarten was helemaal wakker, vooral na de frisse fietstocht vanuit Twello. Tevens werd Maarten later die avond uitgeroepen tot de Schaakstad Pizza Kampioen, een eer die weinigen hem af zullen kunnen nemen. Alle gerenommeerde pizzaeters liet hij ook nog eens ver achter zich. Een dubbele overwinning! We waren terug uit het voorlopig diepe dal.
Hadden we dan opeens het licht gezien en konden we zelfs hopen op een positief resultaat? Het leek er wel enigszins op. Marcel had een goede kans gemist, maar daar stond tegenover dat Nikolai weer beter stond. De partijen van Harrie en Martin leken binnen de remisemarge. Harrie had zijn partij rustig opgezet en hij had een klein voordeeltje, maar dat was niet veel. Maar na zo’n 20 zetten was de hele stelling uitgebalanceerd. Op het oog leek Jeroen Bugel gevaarlijk te worden met twee in de pas marcherende pionnen die op weg waren naar eeuwige glorie. Maar ze werden op tijd een halt toegeroepen en de vrede van Amersfoort werd getekend. Het leek even een rustmoment deze remise, maar daar dacht Amersfoort anders over.
Zoals hiervoor al gememoreerd had Marcel Boel een mooie kans laten liggen. Hij had zijn stelling heel mooi opgebouwd en langzaam maar zeker kon hij het voordeel een klein beetje naar zich toetrekken. Dit was ook Matthew Sadler niet ontgaan en na de partij kreeg Marcel niets dan lof voor zijn spel van hem, nou ja er zijn mindere goden waar je een compliment van kunt krijgen... De geruchten gingen zelfs dat Marcel in het secondantenteam van Sadler opgenomen zou worden, maar de eisen die Marcel stelde waren blijkbaar te hoog ;-) Desondanks ging de partij door en niets leek een remise of zelfs beter in de weg te staan. Tja, alleen die ene vergeten zet omdat je net iets te weinig tijd hebt om het door te rekenen. En vanaf daar speelde de tijd de hoofdrol, zelfs Mies Bouwman had hier niets te zoeken. Want Marcel bracht zijn dame in een behoorlijk vervelende penning, en kon niets anders doen dan een stuk in te leveren. Vervolgens is het vechten tegen het onvermijdelijke en als iemand deze middag het recht had om zijn notatieformulier te verscheuren, was het Marcel wel.
Dus weer op achterstand en weer moest er hard gevochten worden om een goed resultaat neer te zetten. Die taak kwam op de schouders van Nikolai en Martin. Zo onderhand begin ik het spel van Nikolai ook te herkennen, behoorlijk stug om door heen te stoten en zelf probeert hij een klein voordeel uit te breiden. Na zo’n twintig zetten weet hij iets te bereiken op de damevleugel, inderdaad het kleine positionele voordeeltje. Als Nikolai dan vriendelijk zijn tegenstander iets te drinken wil aanbieden blijkt hij kwaad bloed te hebben gezet, want deze wil nadenken over de partij en niet over versnaperingen. En hij moest veel en lang nadenken want de stelling leek te kantelen in de richting van Nikolai, hoewel in tijdnood de meter dan weer links en daarna weer rechts uitsloeg. Het bleef ingewikkeld met weinig stukken op het bord en dan kan de weg naar winst ook dichtbij de remise liggen. Dat was wat er gebeurde en Lukas Boutens maakte daar direct gebruik van, hij had al lang genoeg moeten vechten. In plaats van met de koning naar voren te gaan, ging Nikolai naar achteren. Weer was het jammer dat er een half punt werd weggegeven, maar die dingen gebeuren nu eenmaal, liever de volgende keer als we al op winst staan.
Dus was een gelijkspel het maximale wat er uit deze titanenstrijd gehaald kon worden. Maar daar rekende ik al niet meer op want Martin kon echt niet winnen van Dmitri van Leent. De stelling die na de tijdcontrole op het bord stond was gewoon remise, punt uit. Dus stukken, klokken inpakken, jas aan en naar huis, eerste nederlaag van het seizoen, en Amersfoort had zijn revanche en kon doorgaan om kampioen te worden. Alhoewel..., Martin begint zich zo onderhand te bekwamen in het uitmelken van eindspelen, met een positieve uitkomst. De hele partij was het evenwicht niet veel verstoord, en wie nu het meeste had geprobeerd mogen ze zelf beantwoorden. Toch bleek het paard van Martin iets meer kracht te hebben dan de witte loper, die van alles moest zien te verdedigen en er ook nog voor moest zorgen dat deze niet geslachtofferd werd. En dan lijkt een op het oog simpele koningszet (die het paard verjaagt) de inleiding tot een voordelige positie voor Martin. Hij wint een belangrijke pion en dat voordeel weet hij langzaam maar zeker steeds verder uit breiden. Nadat hij de loper onschadelijk maakt, is het resterende toreneindspel eenvoudig gewonnen. Een geluk daarbij is wel dat hij nu geen bruggetje hoeft te bouwen. In een zeer grijs verleden was hij er de oorzaak van dat BSG niet promoveerde. Of dat nu ook zijn schuld zal zijn of worden...
Dus sleepten we er een zeer moeizaam gelijkspel uit, iets wat ik van tevoren en tijdens de wedstrijd niet verwacht had. Maar de strijdvaardigheid was groot om hier een goed resultaat neer te zetten. Ik weet niet of we het geluk aan onze kant hebben gehad, maar het had maar weinig gescheeld of we hadden zelfs de winst weggekaapt. Hoe nu verder: de volgende ronde wacht gelijk al weer Caissa, en die zijn zo te zien met een missie bezig. Kunnen wij de sleur van gelijke spelen doorbreken en de concurrentie een tik uitdelen? Op 10 maart is de volgende Dag des Oordeels. Komt allen om het tweede team te ondersteunen, want ook wij zijn bezig met een speciale missie!
We hadden al van tevoren afgesproken dat Beertje (voor vrienden: Hummelbeertje) op het eerste bord mocht aantreden tegen Matthew Sadler en dat hebben we geweten ook... Al het pluche dat Beertje in zich had werd uit zijn lijf getrokken, ritueel verbrand, en dus niet eens meer waardevol om als knuffelbeertje verder door het leven te gaan. Als ik het goed heb begrepen had Thomas ongeveer 1.745 partijen van de Grote Boze Wolf nagespeeld om zodoende te doorgronden hoe hij schaakte. Iedereen begrijpt natuurlijk dat Thomas veel heeft geleerd met schaken, maar dat hij nog veel meer moet leren om niet al op de zevende zet een cruciale fout te maken. Vooral als er een Grandmaster tegenover je zit. Eigenlijk had het niet eens zo snel desastreus hoeven te zijn, maar Thomas banjert met zijn op hol geslagen pion verder richting de zwarte dame. Hij vergeet echter een subtiel dingetje dat zijn loper op e3 geen rugdekking heeft, ai... en daar gaat het pluche armpje van Beertje eraf. Nog even een pin dwars door het lijfje op b2, de pijn wordt ondraaglijk. Matthew voert een zeer pijnlijke exercitie uit en na achttien zetten moet onze Feijenoorder de koning omleggen. Gelukkig krijgt hij daarna genoeg grootmeesterlijke lessen die hij later zeker zal gebruiken voor zijn onverbiddelijke wraak!
Hopelijk zijn we zelf ook wijzer geworden van deze vooraf afgesproken opstelling, en dat we de volgende keer kanonnenvoer tegenover een dergelijke ratingverzamelaar zetten. Maar de pijn van dit verlies was nog niet verdwenen of de volgende pijl werd dwars door ons bloedend hart geschoten. Erik Smit kwam een Bram van den Berg tegen die op ramkoers was. Ik Bram Cremer, en ik alleen ga die partij winnen was het devies van Bram nadat hij zijn eerste zetten had gedaan. En hij trof daarbij een Erik Smit die geen echt plan had om hem van die gedachte af te brengen. Het zou kunnen zijn dat hij kriebels aan zijn neus kreeg van al het pluche dat van het eerste bord afkwam, maar hij had er beter aan gedaan dan maar zijn neus een keer extra te snuiten, in plaats van een te vroege wanhoopsactie. Het stukoffer was in principe nergens op gebaseerd en dat werd hem heel snel duidelijk. Erik kon mee gaan helpen Beertje weer vol te stoppen met zijn pluche, dan konden ze gaan snelschaken! Een harde conclusie als je in de eerste belangrijke wedstrijd zo snel en zo hardhandig op 2-0 achterstand wordt gezet.
Maar een bescheiden blik, misschien op gevoel gebaseerd inzicht, op de overgebleven zes borden gaf mij het gevoel dat het toch nog wel spannend zou kunnen worden! Ik was zo vrij dit gevoel met Bram te delen, die op zijn beurt weer de vrijheid nam te zeggen dat hij dat eigenlijk niet wilde! Begrijpelijk, maar het gevoel werd bewaarheid door hoe de strijd zich verder ontwikkelde. Freddie stond prettig, Maarten stond zeker beter en Nikolai was ook op de goede weg. Ook Marcel begon langzaam maar zeker de druk bij Jochem Aubel op te voeren. Een simpel rekensommetje zegt je dan dat er misschien winst in zit of op zijn minst gelijkspel. Hoewel je dat niet zou zeggen als je zo snel op twee harde nullen wordt getrakteerd.
Als je stelling aan stukken gescheurd wordt wil dat nog niet gelijk zeggen dat je dan maar alles wat daar aan herinnert moet verscheuren. Toch was de frustratie zo groot bij Rene Tonnon dat hij zich niet kon beheersen. Omdat Freddie dit seizoen voornamelijk successen behaalt met zwart, wilde hij nu ook weer de zwarte stukken hanteren. En bij hem geen teken van frustratie te vinden. Mwah, alleen het feit dat hij dan voor de vierde keer het Gesloten Siciliaans op het bord kreeg, maar daar valt mee te leven! Hij was de eerste die mijn gevoel bevestigde dat de spanning dus toch nog terug zou komen. Langzaam maar zeker manoeuvreerde hij zijn stukken naar de juiste velden met hier een daar een dreiging. Wit kon op een bepaald moment de spanning niet meer aan probeerde met d5 iets te forceren, maar dat leidde tot pionverlies. En als de tijd dan ook rol mee begint te spelen ga je zo in de fout. Als een sluipmoordenaar weet Freddie het met een paar gerichte schoten pijnloos af te maken. Logisch dat je baalt als je dan toch zo hard verliest, het duurde een kwartiertje voordat Rene Tonnon dit verwerkt had. Schaken is leuk, maar wel als je aan de goede kant van het bord zit.
Dat was dus de eerste tik die we teruggaven en de volgende kwam er snel achteraan. Maarten Beekhuis speelde een partij waar hij later van zei dat hij nu eens nergens slechter had gestaan en zo was het ook. Peter Reedijk leek op het oog ook veel actiever met zijn stukken, terwijl Maarten alles dicht bij elkaar hield. Het leek erop dat zwart hardhandig kon binnendringen in de witte stelling maar hij kwam daar bedrogen uit. Een penning van een paard die geen penning bleek te zijn en erin resulteerde dat zwart 'uit pure nood' maar een kwal gaf. En daar was Maarten uiteraard zeer blij mee, want dat voordeel werd met de nodige krachtzetten volledig uitgebuit. Toen bleek opeens de enorme kracht van de twee centrumpionnen. Met later een dame minder probeerde Peter Reedijk nog de nodige trucjes met een mat achter de paaltjes, maar Maarten was helemaal wakker, vooral na de frisse fietstocht vanuit Twello. Tevens werd Maarten later die avond uitgeroepen tot de Schaakstad Pizza Kampioen, een eer die weinigen hem af zullen kunnen nemen. Alle gerenommeerde pizzaeters liet hij ook nog eens ver achter zich. Een dubbele overwinning! We waren terug uit het voorlopig diepe dal.
Hadden we dan opeens het licht gezien en konden we zelfs hopen op een positief resultaat? Het leek er wel enigszins op. Marcel had een goede kans gemist, maar daar stond tegenover dat Nikolai weer beter stond. De partijen van Harrie en Martin leken binnen de remisemarge. Harrie had zijn partij rustig opgezet en hij had een klein voordeeltje, maar dat was niet veel. Maar na zo’n 20 zetten was de hele stelling uitgebalanceerd. Op het oog leek Jeroen Bugel gevaarlijk te worden met twee in de pas marcherende pionnen die op weg waren naar eeuwige glorie. Maar ze werden op tijd een halt toegeroepen en de vrede van Amersfoort werd getekend. Het leek even een rustmoment deze remise, maar daar dacht Amersfoort anders over.
Zoals hiervoor al gememoreerd had Marcel Boel een mooie kans laten liggen. Hij had zijn stelling heel mooi opgebouwd en langzaam maar zeker kon hij het voordeel een klein beetje naar zich toetrekken. Dit was ook Matthew Sadler niet ontgaan en na de partij kreeg Marcel niets dan lof voor zijn spel van hem, nou ja er zijn mindere goden waar je een compliment van kunt krijgen... De geruchten gingen zelfs dat Marcel in het secondantenteam van Sadler opgenomen zou worden, maar de eisen die Marcel stelde waren blijkbaar te hoog ;-) Desondanks ging de partij door en niets leek een remise of zelfs beter in de weg te staan. Tja, alleen die ene vergeten zet omdat je net iets te weinig tijd hebt om het door te rekenen. En vanaf daar speelde de tijd de hoofdrol, zelfs Mies Bouwman had hier niets te zoeken. Want Marcel bracht zijn dame in een behoorlijk vervelende penning, en kon niets anders doen dan een stuk in te leveren. Vervolgens is het vechten tegen het onvermijdelijke en als iemand deze middag het recht had om zijn notatieformulier te verscheuren, was het Marcel wel.
Dus weer op achterstand en weer moest er hard gevochten worden om een goed resultaat neer te zetten. Die taak kwam op de schouders van Nikolai en Martin. Zo onderhand begin ik het spel van Nikolai ook te herkennen, behoorlijk stug om door heen te stoten en zelf probeert hij een klein voordeel uit te breiden. Na zo’n twintig zetten weet hij iets te bereiken op de damevleugel, inderdaad het kleine positionele voordeeltje. Als Nikolai dan vriendelijk zijn tegenstander iets te drinken wil aanbieden blijkt hij kwaad bloed te hebben gezet, want deze wil nadenken over de partij en niet over versnaperingen. En hij moest veel en lang nadenken want de stelling leek te kantelen in de richting van Nikolai, hoewel in tijdnood de meter dan weer links en daarna weer rechts uitsloeg. Het bleef ingewikkeld met weinig stukken op het bord en dan kan de weg naar winst ook dichtbij de remise liggen. Dat was wat er gebeurde en Lukas Boutens maakte daar direct gebruik van, hij had al lang genoeg moeten vechten. In plaats van met de koning naar voren te gaan, ging Nikolai naar achteren. Weer was het jammer dat er een half punt werd weggegeven, maar die dingen gebeuren nu eenmaal, liever de volgende keer als we al op winst staan.
Dus was een gelijkspel het maximale wat er uit deze titanenstrijd gehaald kon worden. Maar daar rekende ik al niet meer op want Martin kon echt niet winnen van Dmitri van Leent. De stelling die na de tijdcontrole op het bord stond was gewoon remise, punt uit. Dus stukken, klokken inpakken, jas aan en naar huis, eerste nederlaag van het seizoen, en Amersfoort had zijn revanche en kon doorgaan om kampioen te worden. Alhoewel..., Martin begint zich zo onderhand te bekwamen in het uitmelken van eindspelen, met een positieve uitkomst. De hele partij was het evenwicht niet veel verstoord, en wie nu het meeste had geprobeerd mogen ze zelf beantwoorden. Toch bleek het paard van Martin iets meer kracht te hebben dan de witte loper, die van alles moest zien te verdedigen en er ook nog voor moest zorgen dat deze niet geslachtofferd werd. En dan lijkt een op het oog simpele koningszet (die het paard verjaagt) de inleiding tot een voordelige positie voor Martin. Hij wint een belangrijke pion en dat voordeel weet hij langzaam maar zeker steeds verder uit breiden. Nadat hij de loper onschadelijk maakt, is het resterende toreneindspel eenvoudig gewonnen. Een geluk daarbij is wel dat hij nu geen bruggetje hoeft te bouwen. In een zeer grijs verleden was hij er de oorzaak van dat BSG niet promoveerde. Of dat nu ook zijn schuld zal zijn of worden...
Dus sleepten we er een zeer moeizaam gelijkspel uit, iets wat ik van tevoren en tijdens de wedstrijd niet verwacht had. Maar de strijdvaardigheid was groot om hier een goed resultaat neer te zetten. Ik weet niet of we het geluk aan onze kant hebben gehad, maar het had maar weinig gescheeld of we hadden zelfs de winst weggekaapt. Hoe nu verder: de volgende ronde wacht gelijk al weer Caissa, en die zijn zo te zien met een missie bezig. Kunnen wij de sleur van gelijke spelen doorbreken en de concurrentie een tik uitdelen? Op 10 maart is de volgende Dag des Oordeels. Komt allen om het tweede team te ondersteunen, want ook wij zijn bezig met een speciale missie!
't Andere verslag
Geen opmerkingen:
Een reactie posten