Het is 29 juni 2014. Buiten regent het voor de verandering weer eens en de temperatuur is ook nog niet wat het volgens zomerse voorschriften hoort te zijn. Maar het land maakt zich op voor een “zonnige” avond omdat het Nederlandse voetbalelftal gaat spelen voor een plaats in de kwartfinale. Ik neem aan dat er de nodige Mexicaanse Burritos verorberd gaan worden. Maar het is voor die wedstrijd, en de weersomstandigheden mooi de gelegenheid om een start te maken met het schrijven van drie wedstrijdverslagen van de laatste drie ronden van de KNSB competitie van het tweede team.
Vandaag is het precies drie maanden geleden dat deze wedstrijd gespeeld is, de uitwedstrijd tegen De Waagtoren in Alkmaar. En tevens de eerste van dit drieluik waarmee de weg vrij moet worden gemaakt het kampioenschap definitief in ons voordeel te gaan beslissen. Martin is deze wedstrijd afwezig en moet met de vrees leven dat we zonder hem het kampioenschap binnen gaan halen. Nu zijn de voorwaarden daarvoor wel uniek en moet de concurrentie meewerken, zodat we ervan uit gaan dat we pas de volgende ronde echt kampioen zullen worden.
Een zonovergoten dag is het als we richting Alkmaar gaan, alleen zijn er meerdere landgenoten die ook dat idee hebben opgepakt. Het verschil is dat die niet van plan zijn een potje te gaan schaken, maar bij Oegstgeest of zo pas links af te slaan richting een of ander strand. Door de alternatieve route die we hebben genomen zien we wel eens de streken rondom Alkmaar, eens iets anders dan de eindeloze Nederlandse snelwegen. Gevolg is dat we iets later arriveren dan bedoeld. Maar ach, arbiter Nicolai maakt zich daar niet zo druk over en zet iedereen op de plak neer.
Wat verwachten we op voorhand van deze wedstrijd? Het verschil op ELO-rating wordt door de teamcaptain naar beneden gehaald, maar dat is sowieso een risico dat je mag incalculeren. Dus moet de rest van het team dat verschil duidelijk gaan maken, alleen al op de eerste vier borden hebben we meer dan 800 punten meer. Dan zou appeltje-eitje moeten zijn. We gaan beginnen met twee snelle en soepele remises om op te starten.
Maarten Beekhuis is de eerste die remise overeenkomt met zijn tegenstander Ronald Groot. Een Caro-Kann opening waar snel diverse stukken worden geruild. Geen van beide spelers lijkt het initiatief te willen nemen om in het middenspel over te gaan tot een echte strijd. De stukken worden teruggetrokken naar de veilige zone en het kabbelt nog even door. Nog weer even een stuk afruilen, en het materiaal voor een eventuele winstvoering wordt nog verder uitgedund. Dan worden er nog meer stukken klaargezet om het doosje in te gaan, wat direct de angel uit de partij haalt. Een vrij kleurloze remise.
De volgende remise laat ik zelf aantekenen, en als teamcaptain overleg je dat natuurlijk met de teamcaptain, die er geen bezwaar tegen had dat ik deze remise aanbood. Maar was het wel nodig om remise aan te bieden? Voor de verandering had ik mijzelf eens de witte kleuren toebedeeld in plaats van het gebruikelijke zwart als ik inval. En de reden daarvoor was dat ik nu eens wilde proberen mijn eigen spel te spelen, in plaats van mij de wil te laten opleggen door de tegenstander. Nu heb ik op dit niveau niet zoveel in de pap te brokkelen, maar John Leek wist ook niet wat hij moest verwachten. Zoals het ging kwam ik goed uit de opening en had het beste van het spel. Op de damevleugel had ik de boel snel onder controle. Een vreemde zet is 9… a6, volgens mijn bescheiden mening heeft dat weinig nut, en weet je dan niet echt iets beters te vinden. Toch probeert hij zijn stukken meer te mobiliseren, maar die worden snel de nek omgedraaid door mijn sterke zet 13.d5. Daarmee creëer ik een sterke voorpost en hij weet niet wat hij er mee aan moet. Maar hij weet er toch wel voor te zorgen dat ik met mijn stukken naar achteren moet en ook weet hij zich in eerste instantie te bevrijden uit de omklemming. Op de damevleugel wordt opruiming gehouden en dat is voor mij het moment om in het hiervoor beschreven overleg met de captain te gaan. Er is weinig overtuigingskracht voor nodig om mijzelf ervan te overtuigen dat ik eigenlijk wel iets beter sta, en het remiseaanbod is dan ook terecht. John Leek heeft ook in de gaten dat ik beter sta en vreest dat mijn stukken via de open damevleugel onrust gaan veroorzaken en neemt het remiseaanbod aan. Mijn vooropgezette plan heeft zijn uitwerking gehad: ik kon zelf het spel maken en ik mag dan denk ik ook wel trots zijn op deze plusremise. Een tussenstand van 1-1, het wordt tijd voor wat echte hele punten!
Daarvoor moeten we bij de eerste vier borden zijn, want daar maken wij het echte (ELO) verschil. Maar daar kost het ook nog de nodige moeite om het echte krachtsverschil op het bord uit te laten komen. Marcel Boel speelt lange tijd tegen een muur aan, en weet deze maar niet af te laten brokkelen. Siciliaan-Taimanov variant, klinkt interessant maar uiteindelijk moet na deze opening het pleit in het middenspel beslecht worden. Marcel heeft wel een actievere stelling maar het heeft nog niet tot een beslissende wending geleid en Gerard de Geus biedt goed partij. Maar dan overspeelt hij toch zijn hand, en denkt een kwal met voordeel te winnen. Alleen is er klein probleempje met zet Td5 die alles om zeep helpt, opeens is het totaal verloren. Een stuk gaat verloren en voor Marcel uiteraard een plezier om dit allemaal uit te voeren. Tja, de gretigheid kan je soms lelijk opbreken en daar kan Gerard de Geus over mee praten. Het eerste verschil in de wedstrijd is gemaakt.
Met een overwinning kun je natuurlijk de wedstrijd uitspelen, maar het risico dat het bij een van de andere borden fout gaat, ligt op de loer. Maar de tegenstander van Mark Brussen had niet echt de intentie om ijzer met handen te gaan breken. Daar zorgde Mark ook wel voor door de boel zo vast te zetten dat er geen doorkomen aan was. De pionnenstructuur van Mark staat na 17 zetten als een huis en hij heeft zich daar achter ingegraven. Martin Coerts helpt daar ook nog een handje bij door met zijn g-pion zich vast te zetten op g6. Simpel gezegd, alles staat vast, handen schudden en remise.
Op het eerste bord speelt Thomas tegen volgens mij een Alkmaars instituut: Hebert Perez Garcia. De naam klinkt exotisch, maar daar heeft Thomas geen boodschap aan. In een op het oog zelfde Caro-Kann opening als bij Maarten, trek Thomas snel het initiatief naar zich toe. Perez Garcia wordt opgezadeld met een dubbele f-pion die zwart in de partij moet gaan opbreken. En omdat de zwarte koning maar niet uit het midden van het bord kan ontsnappen is dat het kolfje naar Thomas' hand. Op de 24e zet lokt hij Perez Garcia uit de tent met een verkeerde terugtocht van het paard. Met de souplesse van een ervaren grootmeester speelt hij het daarna heel mooi uit. Er zijn zoveel kleine dreigingen in de stelling geweven dat hij kan kiezen wat het leukst is om te winnen. In de slotstelling staat er zo’n grote batterij op de zevende rij dat tijdelijk de stroom uitviel in Alkmaar, alle energie werd naar die rij gestraald. Een mooie overwinning. We staan dan verdiend voor met 3½-1½.
Vandaag is het precies drie maanden geleden dat deze wedstrijd gespeeld is, de uitwedstrijd tegen De Waagtoren in Alkmaar. En tevens de eerste van dit drieluik waarmee de weg vrij moet worden gemaakt het kampioenschap definitief in ons voordeel te gaan beslissen. Martin is deze wedstrijd afwezig en moet met de vrees leven dat we zonder hem het kampioenschap binnen gaan halen. Nu zijn de voorwaarden daarvoor wel uniek en moet de concurrentie meewerken, zodat we ervan uit gaan dat we pas de volgende ronde echt kampioen zullen worden.
Een zonovergoten dag is het als we richting Alkmaar gaan, alleen zijn er meerdere landgenoten die ook dat idee hebben opgepakt. Het verschil is dat die niet van plan zijn een potje te gaan schaken, maar bij Oegstgeest of zo pas links af te slaan richting een of ander strand. Door de alternatieve route die we hebben genomen zien we wel eens de streken rondom Alkmaar, eens iets anders dan de eindeloze Nederlandse snelwegen. Gevolg is dat we iets later arriveren dan bedoeld. Maar ach, arbiter Nicolai maakt zich daar niet zo druk over en zet iedereen op de plak neer.
Wat verwachten we op voorhand van deze wedstrijd? Het verschil op ELO-rating wordt door de teamcaptain naar beneden gehaald, maar dat is sowieso een risico dat je mag incalculeren. Dus moet de rest van het team dat verschil duidelijk gaan maken, alleen al op de eerste vier borden hebben we meer dan 800 punten meer. Dan zou appeltje-eitje moeten zijn. We gaan beginnen met twee snelle en soepele remises om op te starten.
Maarten Beekhuis is de eerste die remise overeenkomt met zijn tegenstander Ronald Groot. Een Caro-Kann opening waar snel diverse stukken worden geruild. Geen van beide spelers lijkt het initiatief te willen nemen om in het middenspel over te gaan tot een echte strijd. De stukken worden teruggetrokken naar de veilige zone en het kabbelt nog even door. Nog weer even een stuk afruilen, en het materiaal voor een eventuele winstvoering wordt nog verder uitgedund. Dan worden er nog meer stukken klaargezet om het doosje in te gaan, wat direct de angel uit de partij haalt. Een vrij kleurloze remise.
De volgende remise laat ik zelf aantekenen, en als teamcaptain overleg je dat natuurlijk met de teamcaptain, die er geen bezwaar tegen had dat ik deze remise aanbood. Maar was het wel nodig om remise aan te bieden? Voor de verandering had ik mijzelf eens de witte kleuren toebedeeld in plaats van het gebruikelijke zwart als ik inval. En de reden daarvoor was dat ik nu eens wilde proberen mijn eigen spel te spelen, in plaats van mij de wil te laten opleggen door de tegenstander. Nu heb ik op dit niveau niet zoveel in de pap te brokkelen, maar John Leek wist ook niet wat hij moest verwachten. Zoals het ging kwam ik goed uit de opening en had het beste van het spel. Op de damevleugel had ik de boel snel onder controle. Een vreemde zet is 9… a6, volgens mijn bescheiden mening heeft dat weinig nut, en weet je dan niet echt iets beters te vinden. Toch probeert hij zijn stukken meer te mobiliseren, maar die worden snel de nek omgedraaid door mijn sterke zet 13.d5. Daarmee creëer ik een sterke voorpost en hij weet niet wat hij er mee aan moet. Maar hij weet er toch wel voor te zorgen dat ik met mijn stukken naar achteren moet en ook weet hij zich in eerste instantie te bevrijden uit de omklemming. Op de damevleugel wordt opruiming gehouden en dat is voor mij het moment om in het hiervoor beschreven overleg met de captain te gaan. Er is weinig overtuigingskracht voor nodig om mijzelf ervan te overtuigen dat ik eigenlijk wel iets beter sta, en het remiseaanbod is dan ook terecht. John Leek heeft ook in de gaten dat ik beter sta en vreest dat mijn stukken via de open damevleugel onrust gaan veroorzaken en neemt het remiseaanbod aan. Mijn vooropgezette plan heeft zijn uitwerking gehad: ik kon zelf het spel maken en ik mag dan denk ik ook wel trots zijn op deze plusremise. Een tussenstand van 1-1, het wordt tijd voor wat echte hele punten!
Daarvoor moeten we bij de eerste vier borden zijn, want daar maken wij het echte (ELO) verschil. Maar daar kost het ook nog de nodige moeite om het echte krachtsverschil op het bord uit te laten komen. Marcel Boel speelt lange tijd tegen een muur aan, en weet deze maar niet af te laten brokkelen. Siciliaan-Taimanov variant, klinkt interessant maar uiteindelijk moet na deze opening het pleit in het middenspel beslecht worden. Marcel heeft wel een actievere stelling maar het heeft nog niet tot een beslissende wending geleid en Gerard de Geus biedt goed partij. Maar dan overspeelt hij toch zijn hand, en denkt een kwal met voordeel te winnen. Alleen is er klein probleempje met zet Td5 die alles om zeep helpt, opeens is het totaal verloren. Een stuk gaat verloren en voor Marcel uiteraard een plezier om dit allemaal uit te voeren. Tja, de gretigheid kan je soms lelijk opbreken en daar kan Gerard de Geus over mee praten. Het eerste verschil in de wedstrijd is gemaakt.
Met een overwinning kun je natuurlijk de wedstrijd uitspelen, maar het risico dat het bij een van de andere borden fout gaat, ligt op de loer. Maar de tegenstander van Mark Brussen had niet echt de intentie om ijzer met handen te gaan breken. Daar zorgde Mark ook wel voor door de boel zo vast te zetten dat er geen doorkomen aan was. De pionnenstructuur van Mark staat na 17 zetten als een huis en hij heeft zich daar achter ingegraven. Martin Coerts helpt daar ook nog een handje bij door met zijn g-pion zich vast te zetten op g6. Simpel gezegd, alles staat vast, handen schudden en remise.
Op het eerste bord speelt Thomas tegen volgens mij een Alkmaars instituut: Hebert Perez Garcia. De naam klinkt exotisch, maar daar heeft Thomas geen boodschap aan. In een op het oog zelfde Caro-Kann opening als bij Maarten, trek Thomas snel het initiatief naar zich toe. Perez Garcia wordt opgezadeld met een dubbele f-pion die zwart in de partij moet gaan opbreken. En omdat de zwarte koning maar niet uit het midden van het bord kan ontsnappen is dat het kolfje naar Thomas' hand. Op de 24e zet lokt hij Perez Garcia uit de tent met een verkeerde terugtocht van het paard. Met de souplesse van een ervaren grootmeester speelt hij het daarna heel mooi uit. Er zijn zoveel kleine dreigingen in de stelling geweven dat hij kan kiezen wat het leukst is om te winnen. In de slotstelling staat er zo’n grote batterij op de zevende rij dat tijdelijk de stroom uitviel in Alkmaar, alle energie werd naar die rij gestraald. Een mooie overwinning. We staan dan verdiend voor met 3½-1½.
't Andere verslag | partijen in pgn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten