Echt een gevecht om de tweede plaats was het eigenlijk ook weer niet, aangezien Apeldoorn drie punten voorstond op de nummers 3 en 4 (Rotterdam en Utrecht). Apeldoorn heeft een topseizoen en stiekem hoopten we ook dat het team van En Passant ergens een foutje zou maken en we zij aan zij om de winst in de Meesterklasse zouden spelen. Maar dan moeten we er in de eerste plaats natuurlijk wel voor zorgen dat we niet verliezen of sterker nog, gewoon winnen. Dat liep wel even wat anders.
Op papier zag het er gunstig uit voor ons. Utrecht moest het namelijk doen zonder kopman Robin Swinkels. Robin speelde net als Stefan Kuipers en Sjef Rijnaarts van Apeldoorn mee in de gesloten grootmeestergroep van het Batavia-toernooi in Amsterdam, dat de volgende dag zijn spannende climax zou krijgen omdat nog acht mensen op de eerste plek konden eindigen. Mijn gedachtegang was dan ook dat Robin had afgezegd om zich te kunnen concentreren op deze laatste ronde. Iemand van Utrecht hoorde ik echter zeggen dat hij door zijn vriendin was ‘geclaimd’. Tja, dat kan ook natuurlijk.
Als vervanger van Robin was de jonge Tycho Dijkhuis opgeroepen, die op bord 10 met wit mocht aantreden tegen onze Arthur van de Oudeweetering. Het werd een Italiaans met 4.Pg5 waarbij zwart niet koos voor het traditionele 4…d5 5.exd5 en Pa5, maar in plaats daarvan koos voor een, zo het leek, vooraf bestudeerde 5…Pd4!?. Dit kwam neer op een pionoffer in ruil voor goed ontwikkelde stukken. Grappig genoeg werd dit spelbeeld min of meer omgedraaid. Wit besloot dames te ruilen, een pion terug te geven en uiteindelijk zelf materiaal achter te staan door een kwaliteit te offeren tegen een pion en goed stukkenspel. Zwart vond de witte stukken wat te mooi en besloot daarop op de 18e zet remise aan te bieden, hoewel zwart objectief wellicht een tikje beter stond. Tycho nam het aan en besloot daarmee een prima invalbeurt.
Op bord 2 ging het ook erg snel. Voor ons speelde Stefan Kuipers met zwart tegen Thomas Willemze. Het werd een Franse Winawer waarbij zwart op de witte Dg4 antwoordde door middel van Dc7 en Pe7. Zwart koos op de 11e zet voor Dxe5. Op het eerste gezicht leek dit me een onnauwkeurige zetvolgorde van de witte kant om dit toe te laten. Maar bij nadere bestudering is het een kritieke variant van dit systeem en is het ook gespeeld door Shirov. Wit week af van de hoofdpaden met 12.h4. Dit is volgens mijn database vier keer eerder gespeeld en één keer door Sutovsky. Zwart ging hierna de mist in met 12…Th8, waarna wit een mooie zwartveldige loper kreeg. Stefan vond dat er hier iets tegen moest gebeuren en opende zijn koningsstelling d.m.v. 16…e5, wat misschien wat te verzwakkend was. Wit won een pion en uiteindelijk nog één, waarna Stefan het wel genoeg vond.
Voor Apeldoorn was er evenmin goed nieuws in de partij op bord 5, waar Ilja Zaragatski met wit tegen Hans Klip een koningswandel op het bord toverde. Zelf had ik er wel vertrouwen in, maar het blijkt dat Ilja en Hans dezelfde 17 zetten in 2009, ook in een wedstrijd Apeldoorn – Utrecht, al eerder op het bord hadden getoverd. In die partij speelde zwart 18…f5 en won wit acht zetten later een stuk en daarmee ook de partij. Ditmaal speelde Hans 18…0-0! Met de clou 19.Kxf4 f5 20.g3 en Df6! Een stukoffer (en nieuwtje!) dat veel sterker is vergeleken met hun voorgaande partij. Opeens werd het heel gevaarlijk voor wit. Uiteindelijk ging wit met zet 23.gxf4 de mist in en kon hij ditmaal zelf na een paar zetten al opgeven. De rollen waren omgedraaid en als dit voorbereiding was, was het een heerlijke!
We stonden nu dus 2,5-0,5 achter en de rest van de borden zag er ook niet al te overtuigend uit, behalve die van Sebastian Siebrecht. Op bord 1 moest hij met wit tegen Martijn Dambacher, die op koers lag om een grootmeesternorm te halen en met Sebastian zijn laatste benodigde titelhouder te pakken had. Ze volgden een partij tussen Petrosian–Byrne uit 1975 tot aan zet 11, waar zwart afweek met b6 in plaats van b5. Het was een symmetrische stelling, maar wit stond erg goed omdat diens stukken al meededen en nog niet alle van zwart. Wit bleef druk houden maar Martijn verdedigde sterk, waarna wit met 29.Txe6 uiteindelijk zijn voordeel weggaf. Torens werden geruild en er kwam een dame-eindspel op het bord waarbij de witte koning veiliger stond dan de zwarte, maar dit gecompenseerd werd door een ver opgerukte vrijpion. Wit had geen andere keuze dan herhaling van zetten, waarmee Martijn goede zaken had gedaan voor zijn GM-norm.
Hierna volgde nog een drama voor Apeldoorn. Merijn van Delft speelde met zwart tegen Jaap Houben. Jaap gooide Pc3 en f4 eruit tegen het Siciliaans waarbij zwart zijn dame-pionnen naar voren gooide. Ze volgden de partij Petrosian (let wel: Tigran L Petrosian en niet de eerder genoemde Tigran V Petrosian, de oude wereldkampioen) – Gordon uit 2007 en toen week wit af met 8.exd5, waar 8.Pe2 eerder gespeeld werd. Dit hield een nogal onduidelijk stukoffer in waarbij wit ontwikkeling krijgt en de pionnenstructuur van zwart aan diggelen is (welgeteld vier groepjes). Objectief gezien zal het stukoffer niet goed zijn, maar in de praktijk ligt dit anders. Zwart speelde goed, alhoewel 12…Ph6 waarschijnlijk niet de beste was. Wit antwoordde hierop met 14.f5 en 15.Lxh6 waardoor op een gegeven moment wit alweer drie pionnen had voor het stuk. Zwart had wel wat meer bewegingsruimte gekregen en Merijn begon aan een offensief op de witte koning. Wit had het moeilijk en zwart had het betere van het spel tot zwart de 23…Dc6?? speelde, wat na 24.c3 een vol stuk weggaf. Zwart speelde door tot de veertigste zet, maar kwam er niet meer aan te pas.
Het stond 4-1 voor Utrecht en het zag er slecht uit voor Apeldoorn. Nu kwam er eindelijk een puntje binnen aan Apeldoornse kant. Maarten Solleveld speelde met zwart tegen Joost Michielsen. Het spel was voornamelijk positioneel in een Kan opening. De zwartveldige lopers werden geruild waarbij wit op de witte velden een overwicht had en zwart op de zwarte velden. Het leek in evenwicht tot zwart de complicaties opzocht met 21…f5. Wit kwam uiteindelijk ietsje beter te staan door zijn pionnenstructuur en iets beter gepositioneerde stukken. Door wat onhandige zetten van de tegenstander kon zwart zijn problemen echter oplossen en begonnen de problemen zich voor wit te vormen. De tijdnoodfase was vervolgens erg rommelig waarbij zwart de overhand had, maar hier niet van wist te profiteren. Met 40.Pd5 probeerde wit tegenspel te krijgen. Het zwarte paard was beter dan de witte loper, maar wit had de open c-lijn. Zwart moest wat doen voordat hij onder de voet gelopen werd en gooide zijn stukken naar de koning. Waarna wit met 43.Kh2 de mist in ging en zwart met het fraaie 43…Pxh3! een pion won. Wit had op dat moment de mogelijkheid om een toreneindspel in te gaan maar koos ervoor om dezelfde stelling te spelen, maar dan met een pion minder. Zwart maakte gebruik van de nu open h-lijn waarna wit met 51.Dc3 de beslissende fout maakte en zwart met 51...Dxg2 zijn tweede pion zou winnen en Joost het opgaf. Het eerste punt voor Apeldoorn was een feit, 4-2! De ommekeer was aanstaande…? Nou, nee.
Op papier zag het er gunstig uit voor ons. Utrecht moest het namelijk doen zonder kopman Robin Swinkels. Robin speelde net als Stefan Kuipers en Sjef Rijnaarts van Apeldoorn mee in de gesloten grootmeestergroep van het Batavia-toernooi in Amsterdam, dat de volgende dag zijn spannende climax zou krijgen omdat nog acht mensen op de eerste plek konden eindigen. Mijn gedachtegang was dan ook dat Robin had afgezegd om zich te kunnen concentreren op deze laatste ronde. Iemand van Utrecht hoorde ik echter zeggen dat hij door zijn vriendin was ‘geclaimd’. Tja, dat kan ook natuurlijk.
Als vervanger van Robin was de jonge Tycho Dijkhuis opgeroepen, die op bord 10 met wit mocht aantreden tegen onze Arthur van de Oudeweetering. Het werd een Italiaans met 4.Pg5 waarbij zwart niet koos voor het traditionele 4…d5 5.exd5 en Pa5, maar in plaats daarvan koos voor een, zo het leek, vooraf bestudeerde 5…Pd4!?. Dit kwam neer op een pionoffer in ruil voor goed ontwikkelde stukken. Grappig genoeg werd dit spelbeeld min of meer omgedraaid. Wit besloot dames te ruilen, een pion terug te geven en uiteindelijk zelf materiaal achter te staan door een kwaliteit te offeren tegen een pion en goed stukkenspel. Zwart vond de witte stukken wat te mooi en besloot daarop op de 18e zet remise aan te bieden, hoewel zwart objectief wellicht een tikje beter stond. Tycho nam het aan en besloot daarmee een prima invalbeurt.
Op bord 2 ging het ook erg snel. Voor ons speelde Stefan Kuipers met zwart tegen Thomas Willemze. Het werd een Franse Winawer waarbij zwart op de witte Dg4 antwoordde door middel van Dc7 en Pe7. Zwart koos op de 11e zet voor Dxe5. Op het eerste gezicht leek dit me een onnauwkeurige zetvolgorde van de witte kant om dit toe te laten. Maar bij nadere bestudering is het een kritieke variant van dit systeem en is het ook gespeeld door Shirov. Wit week af van de hoofdpaden met 12.h4. Dit is volgens mijn database vier keer eerder gespeeld en één keer door Sutovsky. Zwart ging hierna de mist in met 12…Th8, waarna wit een mooie zwartveldige loper kreeg. Stefan vond dat er hier iets tegen moest gebeuren en opende zijn koningsstelling d.m.v. 16…e5, wat misschien wat te verzwakkend was. Wit won een pion en uiteindelijk nog één, waarna Stefan het wel genoeg vond.
Voor Apeldoorn was er evenmin goed nieuws in de partij op bord 5, waar Ilja Zaragatski met wit tegen Hans Klip een koningswandel op het bord toverde. Zelf had ik er wel vertrouwen in, maar het blijkt dat Ilja en Hans dezelfde 17 zetten in 2009, ook in een wedstrijd Apeldoorn – Utrecht, al eerder op het bord hadden getoverd. In die partij speelde zwart 18…f5 en won wit acht zetten later een stuk en daarmee ook de partij. Ditmaal speelde Hans 18…0-0! Met de clou 19.Kxf4 f5 20.g3 en Df6! Een stukoffer (en nieuwtje!) dat veel sterker is vergeleken met hun voorgaande partij. Opeens werd het heel gevaarlijk voor wit. Uiteindelijk ging wit met zet 23.gxf4 de mist in en kon hij ditmaal zelf na een paar zetten al opgeven. De rollen waren omgedraaid en als dit voorbereiding was, was het een heerlijke!
We stonden nu dus 2,5-0,5 achter en de rest van de borden zag er ook niet al te overtuigend uit, behalve die van Sebastian Siebrecht. Op bord 1 moest hij met wit tegen Martijn Dambacher, die op koers lag om een grootmeesternorm te halen en met Sebastian zijn laatste benodigde titelhouder te pakken had. Ze volgden een partij tussen Petrosian–Byrne uit 1975 tot aan zet 11, waar zwart afweek met b6 in plaats van b5. Het was een symmetrische stelling, maar wit stond erg goed omdat diens stukken al meededen en nog niet alle van zwart. Wit bleef druk houden maar Martijn verdedigde sterk, waarna wit met 29.Txe6 uiteindelijk zijn voordeel weggaf. Torens werden geruild en er kwam een dame-eindspel op het bord waarbij de witte koning veiliger stond dan de zwarte, maar dit gecompenseerd werd door een ver opgerukte vrijpion. Wit had geen andere keuze dan herhaling van zetten, waarmee Martijn goede zaken had gedaan voor zijn GM-norm.
Hierna volgde nog een drama voor Apeldoorn. Merijn van Delft speelde met zwart tegen Jaap Houben. Jaap gooide Pc3 en f4 eruit tegen het Siciliaans waarbij zwart zijn dame-pionnen naar voren gooide. Ze volgden de partij Petrosian (let wel: Tigran L Petrosian en niet de eerder genoemde Tigran V Petrosian, de oude wereldkampioen) – Gordon uit 2007 en toen week wit af met 8.exd5, waar 8.Pe2 eerder gespeeld werd. Dit hield een nogal onduidelijk stukoffer in waarbij wit ontwikkeling krijgt en de pionnenstructuur van zwart aan diggelen is (welgeteld vier groepjes). Objectief gezien zal het stukoffer niet goed zijn, maar in de praktijk ligt dit anders. Zwart speelde goed, alhoewel 12…Ph6 waarschijnlijk niet de beste was. Wit antwoordde hierop met 14.f5 en 15.Lxh6 waardoor op een gegeven moment wit alweer drie pionnen had voor het stuk. Zwart had wel wat meer bewegingsruimte gekregen en Merijn begon aan een offensief op de witte koning. Wit had het moeilijk en zwart had het betere van het spel tot zwart de 23…Dc6?? speelde, wat na 24.c3 een vol stuk weggaf. Zwart speelde door tot de veertigste zet, maar kwam er niet meer aan te pas.
Het stond 4-1 voor Utrecht en het zag er slecht uit voor Apeldoorn. Nu kwam er eindelijk een puntje binnen aan Apeldoornse kant. Maarten Solleveld speelde met zwart tegen Joost Michielsen. Het spel was voornamelijk positioneel in een Kan opening. De zwartveldige lopers werden geruild waarbij wit op de witte velden een overwicht had en zwart op de zwarte velden. Het leek in evenwicht tot zwart de complicaties opzocht met 21…f5. Wit kwam uiteindelijk ietsje beter te staan door zijn pionnenstructuur en iets beter gepositioneerde stukken. Door wat onhandige zetten van de tegenstander kon zwart zijn problemen echter oplossen en begonnen de problemen zich voor wit te vormen. De tijdnoodfase was vervolgens erg rommelig waarbij zwart de overhand had, maar hier niet van wist te profiteren. Met 40.Pd5 probeerde wit tegenspel te krijgen. Het zwarte paard was beter dan de witte loper, maar wit had de open c-lijn. Zwart moest wat doen voordat hij onder de voet gelopen werd en gooide zijn stukken naar de koning. Waarna wit met 43.Kh2 de mist in ging en zwart met het fraaie 43…Pxh3! een pion won. Wit had op dat moment de mogelijkheid om een toreneindspel in te gaan maar koos ervoor om dezelfde stelling te spelen, maar dan met een pion minder. Zwart maakte gebruik van de nu open h-lijn waarna wit met 51.Dc3 de beslissende fout maakte en zwart met 51...Dxg2 zijn tweede pion zou winnen en Joost het opgaf. Het eerste punt voor Apeldoorn was een feit, 4-2! De ommekeer was aanstaande…? Nou, nee.
Utrecht 2334 - Accres Apeldoorn 2416 6 - 4 1. IM Martijn Dambacher 2486 - GM Sebastian Siebrecht 2494 ½ - ½ 2. IM Thomas Willemze 2399 - IM Stefan Kuipers 2427 1 - 0 3. FM Menno Okkes 2358 - GM Roeland Pruijssers 2542 ½ - ½ 4. IM Joost Michielsen 2369 - GM Maarten Solleveld 2519 0 - 1 5. IM Hans Klip 2353 - IM Ilja Zaragatski 2467 1 - 0 6. IM Dharma Tjiam 2380 - Nico Zwirs 2220 ½ - ½ 7. FM Vincent Diepeveen 2271 - IM Alexander Kabatianski 2422 ½ - ½ 8. Jaap Houben 2259 - IM Merijn van Delft 2397 1 - 0 9. IM Jelmer Jens 2394 - FM Sjef Rijnaarts 2365 ½ - ½ 10.Tycho Dijkhuis 2076 - IM Arthur vd Oudeweetering 2311 ½ - ½
Geen opmerkingen:
Een reactie posten