Nadat we ons de afgelopen drie seizoenen plaatsten voor de Europa Club Cup, hadden we ook dit seizoen weer hoge verwachtingen. In het eerste persbericht van het jaar spraken we zelfs de ambitie uit om voor het kampioenschap te gaan. Het liep echter allemaal net ietsjes anders. Na een nederlaag in de eerste ronde volgde een dikke overwinning in de tweede ronde (de grootste overwinning van het seizoen, helaas krijg je daar geen prijs voor), maar daarna ging het weer snel bergafwaarts. We verloren keer op keer, speelden nog een keer gelijk en moesten vrezen voor degradatie. Voordat de laatste ronde gespeeld was, gingen we al uit van degradatie. BSG, dat één matchpunt boven ons stond, moest tegen de laatste plaats, Dr. Max Euwe, dat puntloos onderaan stond. Daarbij kwam dat de door Robert Ris (BSG) en Frank Kroeze (kopman Dr. Max Euwe) vooruit-gespeelde wedstrijd in het voordeel van Robert was beslist. Wij moesten tegen LSG dat afgelopen jaar gepromoveerd was, nadat zij in het seizoen 2011-2012 afscheid moesten nemen van de Meesterklasse. Toen wonnen wij in de laatste ronde van hun, dus ze konden zich nu revancheren. In verband met het halen van meesternormen was afgesproken dat Sebastian Siebrecht met wit tegen Edwin van Haastert zou spelen en Alexander Kabatianski met zwart tegen Rudy van Wessel.
Als eerste was Alexander Kabatianski klaar, Rudy van Wessel had remise nodig om zijn IM-norm veilig te stellen. Even voor de 20e zet werd er dan ook remise overeengekomen. Verder was er op de andere borden ook al enig teken van strijd te zien. Sebi had een klein plusje na de opening. Roeland speelde zijn geliefde Italiaans tegen Predrag Nikolic, maar daarnaast zat Merijn van Delft die al kort na de opening tegen een verloren stelling aan zat te kijken. In een 6 g3 Taimanov speelde Arthur Pijpers nu net de variant die Merijn die ochtend niet bekeken had. Snel daarna ging Merijn de fout in en moest hij tegen een reus van een vrijpion op d7 aankijken. Sjef speelde op bord 5 tegen Jan Sprenger, de Duitser die al jaren in Nederland speelt. Deze kwam met een Russische verdediging op de proppen. Sjef speelde vrij creatief met zetten als g4, waarna Jan zich genoodzaakt voelde om vrij vroeg remise aan te bieden. Uiteindelijk nam Sjef dit remiseaanbod aan, wat toch niet slecht is, aangezien Jan toch zo’n 2500 elo heeft.
De captain van ons team, Stefan Kuipers, mocht met zwart aantreden tegen Mark van der Werf. Van der Werf bood allemaal pionnetjes aan, in ruil waarvoor hij een enorm initiatief richting de zwarte koning kreeg. Stefan kon ook niet alle pionnen aannemen, omdat het anders te gevaarlijk werd. Uiteindelijk moest hij zijn pion voorsprong teruggeven, waarna er verdedigd moest worden. Op het bord ernaast speelde Nico Zwirs met wit tegen Jan Willem de Jong. Na een paar zetten ontstond er een stelling die beide spelers niet kenden. De Jong gebruikte echter veel meer tijd, wat er toch voor zorgde dat hij onder psychologische druk kwam te staan. Dit mondde uit in een vroeg remiseaanbod, wat afgeslagen werd. Omdat de stelling vrij complex was, probeerde De Jong de stelling te vereenvoudigen, wat wel ten koste ging van zijn stelling. Nico kreeg een klein plusje en kon nog lange tijd proberen er meer van te maken. Arthur van de Oudeweetering kreeg een b3-systeem voorgeschoteld door Michiel Bosman. Arthur gaf het loperpaar, maar in ruil daarvoor kreeg hij het centrum en wat ontwikkelingsvoorsprong. Wit stond alleen solide genoeg om snel een doorgang te vinden en nadat wit zijn ontwikkeling had voltooid, stond hij eigenlijk iets beter.
Op bord 9 speelde onze invaller Thomas Beerdsen tegen Stefan van Blitterswijk. Thomas was een week geleden Nederlands Kampioen t/m 16 jaar geworden en mocht nu laten zien wat dat waard was. In een 6 Tg1 Najdorf kreeg Thomas al gauw het betere van het spel, maar na wat onnauwkeurigheden verwaterde dat voordeel. Op bord 10 mocht Armen aantreden tegen de invaller van LSG, in de persoon van Gerrie Bloothoofd. In een Scheveninger trok Armen snel het initiatief naar zich toe en na een stukoffer van wit leek hij gewonnen te staan. Hij wikkelde af naar een eindspel met een gezonde pion meer, maar gaf wit wel gevaarlijke tegenkansen toen een paard de zwarte stelling in sloop.
Als eerste was Alexander Kabatianski klaar, Rudy van Wessel had remise nodig om zijn IM-norm veilig te stellen. Even voor de 20e zet werd er dan ook remise overeengekomen. Verder was er op de andere borden ook al enig teken van strijd te zien. Sebi had een klein plusje na de opening. Roeland speelde zijn geliefde Italiaans tegen Predrag Nikolic, maar daarnaast zat Merijn van Delft die al kort na de opening tegen een verloren stelling aan zat te kijken. In een 6 g3 Taimanov speelde Arthur Pijpers nu net de variant die Merijn die ochtend niet bekeken had. Snel daarna ging Merijn de fout in en moest hij tegen een reus van een vrijpion op d7 aankijken. Sjef speelde op bord 5 tegen Jan Sprenger, de Duitser die al jaren in Nederland speelt. Deze kwam met een Russische verdediging op de proppen. Sjef speelde vrij creatief met zetten als g4, waarna Jan zich genoodzaakt voelde om vrij vroeg remise aan te bieden. Uiteindelijk nam Sjef dit remiseaanbod aan, wat toch niet slecht is, aangezien Jan toch zo’n 2500 elo heeft.
De captain van ons team, Stefan Kuipers, mocht met zwart aantreden tegen Mark van der Werf. Van der Werf bood allemaal pionnetjes aan, in ruil waarvoor hij een enorm initiatief richting de zwarte koning kreeg. Stefan kon ook niet alle pionnen aannemen, omdat het anders te gevaarlijk werd. Uiteindelijk moest hij zijn pion voorsprong teruggeven, waarna er verdedigd moest worden. Op het bord ernaast speelde Nico Zwirs met wit tegen Jan Willem de Jong. Na een paar zetten ontstond er een stelling die beide spelers niet kenden. De Jong gebruikte echter veel meer tijd, wat er toch voor zorgde dat hij onder psychologische druk kwam te staan. Dit mondde uit in een vroeg remiseaanbod, wat afgeslagen werd. Omdat de stelling vrij complex was, probeerde De Jong de stelling te vereenvoudigen, wat wel ten koste ging van zijn stelling. Nico kreeg een klein plusje en kon nog lange tijd proberen er meer van te maken. Arthur van de Oudeweetering kreeg een b3-systeem voorgeschoteld door Michiel Bosman. Arthur gaf het loperpaar, maar in ruil daarvoor kreeg hij het centrum en wat ontwikkelingsvoorsprong. Wit stond alleen solide genoeg om snel een doorgang te vinden en nadat wit zijn ontwikkeling had voltooid, stond hij eigenlijk iets beter.
Op bord 9 speelde onze invaller Thomas Beerdsen tegen Stefan van Blitterswijk. Thomas was een week geleden Nederlands Kampioen t/m 16 jaar geworden en mocht nu laten zien wat dat waard was. In een 6 Tg1 Najdorf kreeg Thomas al gauw het betere van het spel, maar na wat onnauwkeurigheden verwaterde dat voordeel. Op bord 10 mocht Armen aantreden tegen de invaller van LSG, in de persoon van Gerrie Bloothoofd. In een Scheveninger trok Armen snel het initiatief naar zich toe en na een stukoffer van wit leek hij gewonnen te staan. Hij wikkelde af naar een eindspel met een gezonde pion meer, maar gaf wit wel gevaarlijke tegenkansen toen een paard de zwarte stelling in sloop.
't Andere verslag | foto's op Facebook | foto's op Google+ | partijen in pgn