dinsdag 19 maart 2013

Veldhoven maakt dankbaar gebruik

Henk Vinkes

Met nog drie ronden te gaan was het duidelijk dat we nu toch wel iets van een overwinning neer moesten zetten om niet als grootste degradatiekandidaat de laatste twee matches in te gaan. Veldhoven had met hetzelfde scenario te maken en dus kon je van een echt degradatieduel spreken. Maar toen bij het scheiden van de markt de stukken weer in de doos gingen bleek dat Veldhoven met minder zorgen de laatste wedstrijden kon ingaan. Zoals al eerder dit seizoen, werden diverse partijen onnodig weggegeven. Dit keer was de nederlaag minder groot – het had dus net zo goed andersom kunnen zijn – maar weer was ons dat niet gegund.

Door niet in de al te voorspelbare opstelling te spelen hadden we het een en ander omgezet. Marcel aan een lager bord, Nikolai iets hoger dan normaal, en Erik aan het eerste bord. Je weet natuurlijk nooit hoe zoiets uit zal pakken omdat de tegenstander eenzelfde script kan uitvoeren. Maar Veldhoven hield zich min of meer aan de volgorde die ze deze hele competitie al hadden gedaan. Dus was het eigenlijk aan ons de taak om daar gebruik van te maken.

Erik mocht op het eerste bord met wit aantreden tegen de op papier sterkste Veldhovenaar Dirk van Dooren. En als je dan wit hebt moet je daar op zijn minst toch wel een degelijke remise uit kunnen halen. Toch kreeg hij al snel in de partij een lichtelijk mindere stelling. Maar voor iemand met de status van Erik moet dat simpel te neutraliseren zijn. De problemen beginnen pas echt voor Erik als de druk op de b-pion wordt opgevoerd. Een te passieve damezet, en direct kan de pion ingeleverd worden. Het tegenspartelen heeft geen zin meer, de nul is snel en geruisloos maar wel pijnlijk.

Maar er gloort hoop aan de horizon, want Nikolai is bezig zijn partij tegen de teamleider van Veldhoven binnen te vissen. Zoals gebruikelijk in de Kabanof-partijen is het chaos links en rechts, boven en onder het bord, en uiteindelijk valt er geen vishaak aan vast te knopen. Een groot gedeelte van de partij staat Nikolai met de rug tegen de kade maar dan opeens krijgt hij een spierinkje in de vorm van een pion toegeworpen, en vist die natuurlijk gelijk binnen. Voor winst is het niet genoeg maar een remise zou er op zijn minst in moeten zitten. Maar te optimistisch wil hij dan met de pion opstomen en daar breekt het haakje. Hij verliest een stuk tegen een pion en kan daarna vlot opgeven. Weer een bijna zeker half punt in het natte sop verdwenen, om moedeloos van te worden. 2-0 achter.

Dat was dus een frustrerende nederlaag, maar niet meer terug te draaien. Terwijl dit zich allemaal afspeelde, had Freddie zich een prettige stelling bezorgd. Hij werd in eerste instantie wel opgezadeld met een paard dat de wijk naar de rand nam en daarna weer bij zijn positieven kwam op f2. Een voor Freddie beetje onbekende zijvariant in het Hollandsch. Toch had hij moeite om in het middenspel het juiste pad te vinden, de witte stukken bepaalden wat er op het bord gebeurde. Maar toen bij deze stukken even de aandacht verslapte, sloeg Freddie hard toe. De samenwerking van dame en torens, en later nog een pionneke, besliste de partij vlotjes. We hadden weer even terug kunnen slaan.



Maar dat terugslaan had net zo goed weer keihard afgestraft moeten worden, want Martin ging door diepe dalen op het achtste bord. Tijdens de partij klaagde hij er al over dat zijn voorbereiding totaal voor niets was geweest. Om eerlijk te zijn weten wij ook niet wat die voorbereiding precies inhield, maar we laten hem maar in de waan dat we geloven dat hij een nachtelijke sessie “Veldhoven” heeft doorgemaakt. De nonchalante opzet van de partij brengt hem in grote problemen en Martin kan niets anders doen dan toekijken en een beetje klooien in de hoop op betere tijden. Dat Gerrit Bruggeman de partij niet weet te beslissen mag een wonder heten, maar dat Martin door zijn geklier, geklooi en dreiginkjes zelf nog kansen krijgt is misschien een groter mirakel. En hij weet zelfs dan ook nog de winst te pakken omdat Gerrit de samenwerking van paard en dame onderschat, de Schwindel van Veldhoven is daar.

Het is weer 2-2 en met een beetje mazzel moet er op zijn minst een gelijkspel uit te halen zijn. Maar vrouwe Caïssa blijft ons slecht gezind en elke fout wordt genadeloos afgestraft. Waarom, waarom oh gij Grote Caïssa, wat hebben wij u misdaan?

Caïssa heeft waarschijnlijk ook heel boos naar Maarten Beekhuis gekeken want als je na acht zetten al een pion kwijt bent verdien je niet de sympathie van de schaakgodin. De partij kabbelt door en Maarten zegt dat het nog wel meevalt. Tja, als hij dat zegt zal het wel zo zijn, temeer ook omdat Huub Schenning niet snel de pion voordeel weet uit te buiten. En dan krijgt Maarten zelfs nog kleine kansjes in de schoot geworpen, maar weet daar onder druk van de klok net geen gebruik van te maken. Maarten weet de koning in het nauw te brengen en daar heeft wit de nodige stukken voor nodig om deze te verdedigen. En door de grotere activiteit van de zwarte stukken krijgt hij die kansen. Maar als het dan tijd is om te oogsten laat hij zijn dame insluiten, jammer maar de kans werd in het begin van de partij al uit handen gegeven.

Zo soepel als de vorige seizoenen verliepen voor Thomas zo stroefjes gaat het deze campagne. In meerdere partijen moet hij vechten om een voordeeltje uit de stelling te halen en die verzanden nu dan meermaals in remise. Zullen ze die Groeiende Beer door hebben? Nu kreeg Thomas de Berlijnse verdediging in het Spaans te verwerken. Maar er viel niets te bereiken in deze partij, alles bleef binnen de remisemarge. Het enige spannende moment was toen Thomas een doorbraak forceerde met de e-pion, maar ook dat werd geneutraliseerd. Aan het einde ontstond er een geniepig eindspel waarin een fout zo gemaakt is, maar dat wist Thomas goed af te handelen. Helaas werd het maar remise, objectief gezien een terechte uitslag.

Dat Jasper het nodige schaakritme mist bleek ook deze wedstrijd weer. Op zich zette hij de partij tegen Ferry Daamen goed op en stond hij in het middenspel eigenlijk wel redelijk tot goed. Maar het kostte zeeën van tijd, en als de tijdnood nadert kan je dat de kop kosten. In die tijdnood mocht hij voor de zoveelste keer een toreneindspel spelen. Maar hierin verloor hij totaal het overzicht, en liet de zwarte toren zijn stelling binnendringen. En die was net iets actiever in het oppeuzelen van de witte pionnen. Als je dan al twee pionnen achterstaat met een afgesneden koning, weet je dat de nederlaag aanstaande is. En dat bezegelde ook het lot in deze wedstrijd, weer een nederlaag.

Alleen werd de nederlaag iets minder dan het tijdens de middag leek te worden. Marcel Boel was aan een lager bord gaan zitten om daar een punt weg te snoepen. Al vrij vlot in de partij wist Marcel een voordeeltje te bewerkstelligen, maar dat moest natuurlijk wel worden omgezet naar een volle overwinning. Het bleek toch nog langer te duren dan hij zich voorgesteld had. Erik van Eijndhoven wist met zijn twee torens op de e-lijn voor de nodige consternatie te zorgen en Marcel liet zich bijna de kaas van het brood eten. Er kwam een eindspel op het bord van dame tegen twee torens. En gelukkig bleken die torens de overhand te hebben, de witte koning werd het open veld ingejaagd om daar geslacht te worden. Mooi uitgespeeld en een positieve noot om mee te eindigen in Veldhoven.

Maar het feit blijft dat we de laatste plaats niet hebben kunnen verlaten. In de twee resterende matches moet er dus gewonnen worden om degradatie te ontlopen. Simpel feit, maar het zal wel moeten gebeuren. We wachten af, 6 en 20 april zijn de beslissende wedstrijden.

Alle partijen in pgn

maandag 11 maart 2013

Gevecht om de tweede plaats

Roeland Pruijssers

Echt een gevecht om de tweede plaats was het eigenlijk ook weer niet, aangezien Apeldoorn drie punten voorstond op de nummers 3 en 4 (Rotterdam en Utrecht). Apeldoorn heeft een topseizoen en stiekem hoopten we ook dat het team van En Passant ergens een foutje zou maken en we zij aan zij om de winst in de Meesterklasse zouden spelen. Maar dan moeten we er in de eerste plaats natuurlijk wel voor zorgen dat we niet verliezen of sterker nog, gewoon winnen. Dat liep wel even wat anders.

Op papier zag het er gunstig uit voor ons. Utrecht moest het namelijk doen zonder kopman Robin Swinkels. Robin speelde net als Stefan Kuipers en Sjef Rijnaarts van Apeldoorn mee in de gesloten grootmeestergroep van het Batavia-toernooi in Amsterdam, dat de volgende dag zijn spannende climax zou krijgen omdat nog acht mensen op de eerste plek konden eindigen. Mijn gedachtegang was dan ook dat Robin had afgezegd om zich te kunnen concentreren op deze laatste ronde. Iemand van Utrecht hoorde ik echter zeggen dat hij door zijn vriendin was ‘geclaimd’. Tja, dat kan ook natuurlijk.

Als vervanger van Robin was de jonge Tycho Dijkhuis opgeroepen, die op bord 10 met wit mocht aantreden tegen onze Arthur van de Oudeweetering. Het werd een Italiaans met 4.Pg5 waarbij zwart niet koos voor het traditionele 4…d5 5.exd5 en Pa5, maar in plaats daarvan koos voor een, zo het leek, vooraf bestudeerde 5…Pd4!?. Dit kwam neer op een pionoffer in ruil voor goed ontwikkelde stukken. Grappig genoeg werd dit spelbeeld min of meer omgedraaid. Wit besloot dames te ruilen, een pion terug te geven en uiteindelijk zelf materiaal achter te staan door een kwaliteit te offeren tegen een pion en goed stukkenspel. Zwart vond de witte stukken wat te mooi en besloot daarop op de 18e zet remise aan te bieden, hoewel zwart objectief wellicht een tikje beter stond. Tycho nam het aan en besloot daarmee een prima invalbeurt.

Op bord 2 ging het ook erg snel. Voor ons speelde Stefan Kuipers met zwart tegen Thomas Willemze. Het werd een Franse Winawer waarbij zwart op de witte Dg4 antwoordde door middel van Dc7 en Pe7. Zwart koos op de 11e zet voor Dxe5. Op het eerste gezicht leek dit me een onnauwkeurige zetvolgorde van de witte kant om dit toe te laten. Maar bij nadere bestudering is het een kritieke variant van dit systeem en is het ook gespeeld door Shirov. Wit week af van de hoofdpaden met 12.h4. Dit is volgens mijn database vier keer eerder gespeeld en één keer door Sutovsky. Zwart ging hierna de mist in met 12…Th8, waarna wit een mooie zwartveldige loper kreeg. Stefan vond dat er hier iets tegen moest gebeuren en opende zijn koningsstelling d.m.v. 16…e5, wat misschien wat te verzwakkend was. Wit won een pion en uiteindelijk nog één, waarna Stefan het wel genoeg vond.

Voor Apeldoorn was er evenmin goed nieuws in de partij op bord 5, waar Ilja Zaragatski met wit tegen Hans Klip een koningswandel op het bord toverde. Zelf had ik er wel vertrouwen in, maar het blijkt dat Ilja en Hans dezelfde 17 zetten in 2009, ook in een wedstrijd Apeldoorn – Utrecht, al eerder op het bord hadden getoverd. In die partij speelde zwart 18…f5 en won wit acht zetten later een stuk en daarmee ook de partij. Ditmaal speelde Hans 18…0-0! Met de clou 19.Kxf4 f5 20.g3 en Df6! Een stukoffer (en nieuwtje!) dat veel sterker is vergeleken met hun voorgaande partij. Opeens werd het heel gevaarlijk voor wit. Uiteindelijk ging wit met zet 23.gxf4 de mist in en kon hij ditmaal zelf na een paar zetten al opgeven. De rollen waren omgedraaid en als dit voorbereiding was, was het een heerlijke!

We stonden nu dus 2,5-0,5 achter en de rest van de borden zag er ook niet al te overtuigend uit, behalve die van Sebastian Siebrecht. Op bord 1 moest hij met wit tegen Martijn Dambacher, die op koers lag om een grootmeesternorm te halen en met Sebastian zijn laatste benodigde titelhouder te pakken had. Ze volgden een partij tussen Petrosian–Byrne uit 1975 tot aan zet 11, waar zwart afweek met b6 in plaats van b5. Het was een symmetrische stelling, maar wit stond erg goed omdat diens stukken al meededen en nog niet alle van zwart. Wit bleef druk houden maar Martijn verdedigde sterk, waarna wit met 29.Txe6 uiteindelijk zijn voordeel weggaf. Torens werden geruild en er kwam een dame-eindspel op het bord waarbij de witte koning veiliger stond dan de zwarte, maar dit gecompenseerd werd door een ver opgerukte vrijpion. Wit had geen andere keuze dan herhaling van zetten, waarmee Martijn goede zaken had gedaan voor zijn GM-norm.

Hierna volgde nog een drama voor Apeldoorn. Merijn van Delft speelde met zwart tegen Jaap Houben. Jaap gooide Pc3 en f4 eruit tegen het Siciliaans waarbij zwart zijn dame-pionnen naar voren gooide. Ze volgden de partij Petrosian (let wel: Tigran L Petrosian en niet de eerder genoemde Tigran V Petrosian, de oude wereldkampioen) – Gordon uit 2007 en toen week wit af met 8.exd5, waar 8.Pe2 eerder gespeeld werd. Dit hield een nogal onduidelijk stukoffer in waarbij wit ontwikkeling krijgt en de pionnenstructuur van zwart aan diggelen is (welgeteld vier groepjes). Objectief gezien zal het stukoffer niet goed zijn, maar in de praktijk ligt dit anders. Zwart speelde goed, alhoewel 12…Ph6 waarschijnlijk niet de beste was. Wit antwoordde hierop met 14.f5 en 15.Lxh6 waardoor op een gegeven moment wit alweer drie pionnen had voor het stuk. Zwart had wel wat meer bewegingsruimte gekregen en Merijn begon aan een offensief op de witte koning. Wit had het moeilijk en zwart had het betere van het spel tot zwart de 23…Dc6?? speelde, wat na 24.c3 een vol stuk weggaf. Zwart speelde door tot de veertigste zet, maar kwam er niet meer aan te pas.

Het stond 4-1 voor Utrecht en het zag er slecht uit voor Apeldoorn. Nu kwam er eindelijk een puntje binnen aan Apeldoornse kant. Maarten Solleveld speelde met zwart tegen Joost Michielsen. Het spel was voornamelijk positioneel in een Kan opening. De zwartveldige lopers werden geruild waarbij wit op de witte velden een overwicht had en zwart op de zwarte velden. Het leek in evenwicht tot zwart de complicaties opzocht met 21…f5. Wit kwam uiteindelijk ietsje beter te staan door zijn pionnenstructuur en iets beter gepositioneerde stukken. Door wat onhandige zetten van de tegenstander kon zwart zijn problemen echter oplossen en begonnen de problemen zich voor wit te vormen. De tijdnoodfase was vervolgens erg rommelig waarbij zwart de overhand had, maar hier niet van wist te profiteren. Met 40.Pd5 probeerde wit tegenspel te krijgen. Het zwarte paard was beter dan de witte loper, maar wit had de open c-lijn. Zwart moest wat doen voordat hij onder de voet gelopen werd en gooide zijn stukken naar de koning. Waarna wit met 43.Kh2 de mist in ging en zwart met het fraaie 43…Pxh3! een pion won. Wit had op dat moment de mogelijkheid om een toreneindspel in te gaan maar koos ervoor om dezelfde stelling te spelen, maar dan met een pion minder. Zwart maakte gebruik van de nu open h-lijn waarna wit met 51.Dc3 de beslissende fout maakte en zwart met 51...Dxg2 zijn tweede pion zou winnen en Joost het opgaf. Het eerste punt voor Apeldoorn was een feit, 4-2! De ommekeer was aanstaande…? Nou, nee.



Onze goed scorende Alexander Kabatianski mocht met wit aantreden tegen Vincent Diepeveen. Het werd een Slavische opening waarbij Alexander het loperpaar kreeg maar zwart een solide stelling. Dames werden geruild en later de de zwartveldige lopers en weer later alle torens. Dit was gunstig voor zwart. Zwart had een betere pionnenstructuur en daartegenover had wit een verbonden vrijpion op d5, die helaas voor ons wel geblokkeerd werd door een mooi paard op d6. Zwart stond beter en begon druk te zetten op de witte c4-pion, maar misrekende zich met 31…Pxc4. Er ontstond een pionneneindspel waarbij zwart met 38…Kc4 in een dame-eindspel terechtkwam met een pion minder. Wit bracht de h-pion tot de zesde rij, maar wist daarna 50 zetten lang niet verder te komen. 4,5-2,5.

Toen kwam Roeland Pruijssers' partij. Roeland speelde met wit tegen Menno Okkes en kwam al gauw moeilijk te staan. Hij zette zijn paard op d2, dat daar niet bepaald goed stond, wat zwart ook heel thematisch aanpakte met 15…a5! Met 20.g5 gaf wit toen een pion voor een meer solide stelling, maar met een loper en een veiligere koning stond zwart nog steeds beter. Zwart koos met 22…Dc4 echter een verkeerd plan waar wit van had kunnen profiteren met 23.The1 Lb7 24.De2! en de pion terug zou winnen. In plaats daarvan speelde wit in tijdnood 23.Td6, waarna zwart hem nog een kans gaf met 23…Ta6. Hierna won wit de pion terug en was gelijkspel bereikt. Dames werden geruild en wit kon zwart een beetje onder druk zetten door zijn pion op f6 neer te zetten. Maar met 37.Te1 Td6 gaf hij zwart de kans druk te zetten op zijn f-pion. Op zijn beurt wilde wit druk gaan zetten op de b-pion, maar speelde 37.Kd2, waarbij hij niet gezien had dat hij met 37…f6 een stuk kon winnen. Wel kreeg hij nog twee verbonden vrijpionnen voor het stuk en probeerde er nog wat van te maken tot hij 45…Tb2 speelde. Hierna was er geen ontkomen meer aan of er kwam een toren-loper-tegen-toren eindspel op het bord. Dit wist Roeland gelukkig nog op remise te houden. Daarmee is zijn 100%-score in de Meesterklasse nu helaas voorbij, maar aan de andere kant was hij opgelucht nog remise te hebben gehaald.

5-3, dus. Utrecht had al minimaal een punt tegen ons verdiend met nog twee partijen te gaan en de winst leken ze ook te gaan pakken. De eerste die klaar was van die twee partijen was de partij Sjef Rijnaarts met wit tegen Jelmer Jens. Er kwam een Spaanse Breyer op het bord waarin Sjef besloot 11.a4 te spelen. Hier reageerde Jelmer op met c4 en Pc5, zoals normaal is in een Breyer. Sjef besloot toen 15.Pa3 te spelen wat zijn spel op de damevleugel bemoeilijkte. Om dit op te lossen ruilde Sjef eerst het paard op c5 en daarna zijn a-paard tegen twee pionnen; zwart gaf een kwaliteit voor controle over de stelling. Hierdoor kwam zwart objectief gezien ietsje beter te staan. Vervolgens nam zwart het initiatief op de koningsvleugel, waarop Sjef reageerde door de stelling dicht te gooien. Wit had even later alles onder controle en probeerde met 46.gxh5! meer uit de stelling te halen. Zwart won echter daarop een pion op de koningsvleugel, waarop wit het weer zocht op de damevleugel. Wit bleef proberen, maar zwart verdedigde adequaat waarop er op de 78e zet tot remise werd besloten. 3,5-5,5. Helaas, Utrecht had gewonnen.

De laatste partij die nog bezig was, was die van Nico Zwirs van Apeldoorn met zwart tegen Dharma Tjiam. De opening hier was een Konings-Indiër met Le2 en Lg5 voor wit. Later ruilde wit de witveldige lopers om even later al zijn pionnen op wit te zetten. Zwart stond prima tot de dames geruild werden. Wit had de betere loper en ruimtevoordeel. Hierna werd er wat gemanoeuvreerd met de stukken tot wit met 27.b5 probeerde door te breken. Zwart reageerde niet nauwkeurig en gaf wit de kans om een kwaliteit te offeren. Hier kreeg wit twee pionnen en het initiatief voor terug. Zwart stond duidelijk minder tot wit met 35.d6 een pion teruggaf aan zwart en daarmee ook kansen op de koningsvleugel. In tijdnood bleef wit voordeel houden en na wat verwikkelingen kwam er een eindspel op het bord waarbij wit twee paarden had en twee pionnen, en zwart een toren en drie pionnen. Eén pionnenpaar werd toen geruild waarop zwart altijd remise had door met zijn toren de laatste pion eraf te slaan. Nico probeerde nog het onderste uit de kan te halen tot hij gedwongen werd de toren tegen de pion te ruilen en het remise werd.

Al met al een verdiende overwinning voor Utrecht. Bij de meeste partijen was het voordeel aan Utrechtse kant en als er al voordeel was voor Apeldoorn werd hier stug op verdedigd. Wat er op papier staat, zegt dus ook niet alles. Hiermee heeft Utrecht zijn zegereeks voortgezet en na een mindere start in de laatste vijf rondes 9 matchpunten gehaald. De tweede plek is in zicht, hoewel Apeldoorn nog steeds een matchpunt voorstaat. Voor Apeldoorn is het natuurlijk jammer, zeker ook omdat er een wonder moet gebeuren willen we En Passant nog van de eerste plaats stoten. Met 4 matchpunten en 5,5 bordpunt meer dan wij kan hun de competitiewinst haast niet meer ontgaan.

   Utrecht               2334 - Accres Apeldoorn            2416 6 - 4 
1. IM Martijn Dambacher  2486 - GM Sebastian Siebrecht      2494 ½ - ½ 
2. IM Thomas Willemze    2399 - IM Stefan Kuipers           2427 1 - 0 
3. FM Menno Okkes        2358 - GM Roeland Pruijssers       2542 ½ - ½ 
4. IM Joost Michielsen   2369 - GM Maarten Solleveld        2519 0 - 1 
5. IM Hans Klip          2353 - IM Ilja Zaragatski          2467 1 - 0 
6. IM Dharma Tjiam       2380 - Nico Zwirs                  2220 ½ - ½ 
7. FM Vincent Diepeveen  2271 - IM Alexander Kabatianski    2422 ½ - ½ 
8. Jaap Houben           2259 - IM Merijn van Delft         2397 1 - 0 
9. IM Jelmer Jens        2394 - FM Sjef Rijnaarts           2365 ½ - ½ 
10.Tycho Dijkhuis        2076 - IM Arthur vd Oudeweetering  2311 ½ - ½ 

zondag 10 maart 2013

Zeven veteranen rollen ASV 3 op...

...met een beetje hulp van de Arnhemmers

Henk Eleveld

We waren met zeven veteranen. De achtste veteraan moest wegens ziekte verstek laten gaan. Invallers waren er niet (meer). Dus speelde op bord 2 NO. Die bakte er niet veel van en na precies 60 minuten stonden we met 1-0 achter. Sorry, Koen Maassen van de Brink, er was echt niemand te vinden!

De andere zeven veteranen waren dus al een uur voortvarend bezig. Remco speelde met zwart een koningsgambiet en het leek of hij de mogelijkheden van zijn tegenstander niet zag of niet wilde zien. Totdat hij abrupt moest opgeven, omdat hij mat ging. 15 zetten?! 0-2. Toen was onze prille vijftiger Harrie aan de beurt. Tegen Johan Wolbers stond hij na tien zetten in een Siciliaan met 4. g3 veel beter ontwikkeld. Johan overzag een dubbelaanval die een stuk kostte, en gaf na 15 zetten op. 2-1.

Henk begon beroerd, maar zijn tegenstander meldde na de wedstrijd dat hij met zwart het Konings Indisch eens wilde proberen. Na enkele zetten offerde hij een paard, wat in de praktijk eerder weggeven was en na iets meer dan 20 zetten kon hij opgeven. Het stond 2-2 na ongeveer twee uur spelen! Daarna speelden alleen de vier staartborden nog. Op alle borden stonden we op dat moment beter. Jan speelde op bord 7 met wit een Scandinavische partij met d3. Hij stond mooi en bood remise aan toen uw verslaggever meende dat wit erg goed stond met zijn loperpaar. Een plusremise dus en 2½-2½ als stand.

Vervolgens won Mark met zwart van Jan Knuiman. Ik weet niet precies wat er voorafging, maar in een eindspel met paard, loper en toren tegen twee torens was Mark de terechte winnaar. Voor het eerst stonden we voor. Nog twee veteranen waren er in de strijd. Cees stond de hele wedstrijd beter en had na allerlei verwikkelingen een pion meer. Zijn tegenstander had echter tegenspel en accepteerde het remisevoorstel van Cees, die na drie uur spelen de energie had voelen wegvloeien. We zijn tenslotte veteranen! 3-4.

Alles hing nu af van Hans Bouwer, die met zwart een gecompliceerde Hollandse partij speelde. Hij had het loperpaar, zijn tegenstander de paarden maar de stelling was gesloten, hoewel Hans op de koningsvleugel met zijn pionnen ver was opgerukt. Die tegenstander wilde vlak voor de tijdnoodfase zijn stelling openen. Daar was de stelling niet naar. Toen bood hij ineens remise aan en Hans accepteerde dat. 3½-4½. Na afloop bleek dat Hans de partij bij voortzetting redelijk eenvoudig had kunnen winnen.

Met deze overwinning zijn we veilig. Met nog twee thuiswedstrijden tegen hekkensluiter LSG 4 en topper Messemaker 1847. Het voordeel van uitwedstrijden naar Arnhem kan niet duidelijker worden geïllustreerd dan met het feit dat we reeds voor 18.00 uur Apeldoorn weer binnenreden.

   ASV 3               1974 - Accres A'doorn 3 1979 3½-4½
1. Johan Wolbers       2063 - Harrie de Bie    2116  0-1
2. K. Maassen vd Brink 1981 - NO                     1-0 R
3. Remco Gerlich       1981 - Henk Eleveld     2059  0-1
4. Theo Jurrius        1984 - Remco Pihlajamaa 1938  1-0
5. Daan Holtackers     2040 - Cees van Bohemen 2028  ½-½
6. Jan Knuiman         1912 - Mark Brussen     2040  0-1
7. Fred Reulink        1963 - Jan den Besten   1846  ½-½
8. Ivo van der Gouw    1871 - Hans Bouwer      1829  ½-½